Rechts achterin de auto

Uiterst comfortabel word ik gereden in m’n eigen auto. Ik zit rechts achterin. Net zoals ik daar zat in m’n kindertijd. Lekker een beetje kijken en een beetje dommelen.

Toen zat m’n vader achter het stuur. Nu zitten daar, om de beurt, onze kinderen. Toen op een plastic bank, nu op een leren stoel. Een perfect werkende airco in plaats van gestuntel met arko (alle ramen kunnen open). We zoeven rustig over de A1 naar Duitsland. Tot 1979 was er geen A1 en moest je van Deventer tot aan de grens dwars door plaatsjes en dorpjes.

Toen had ik nog geen idee of ik m’n eindexamen ooit zou halen, zou gaan studeren, werken, trouwen, kinderen krijgen en -laat staan- met pensioen gaan.

Inmiddels ben ik met pensioen. Ik weet nu veel van wat ik toen niet wist. Of m’n verwachtingen zijn uitgekomen? Of het nu beter voelt dan toen in m’n kindertijd? Was de tijd tussen kind zijn en met pensioen gaan misschien nog leuker?

Alles had zo z’n voordelen en nadelen. Een reis die eerst voor mij bepaald werd, daarna -al zoekend- door mij gevonden werd en inmiddels voor een groot deel vooral door mij ‘beleefd’ wordt. Ik hoef niet meer te sturen. Ik mag me meer dan ooit verwonderen. En ik mag twijfelen en filosoferen. Luisteren naar nieuwe ontwikkelingen. Tevreden terugkijken en nieuwsgierig vooruit kijken.

Ik heb besloten het leven meer op me af te laten komen. Waarbij ik natuurlijk wel een beetje blijf sturen. Vooral middels het organiseren van beleverijen in niet al te grote groepen. Oprechte interesse in elkaar. De tijd nemend. Stoorzenders ontwijkend. Lezend, luisterend en vragend.

Ik weet nu veel van wat ik toen niet wist. Daar wordt je niet persé altijd gelukkiger van. Maar je kunt die kennis wel prima toepassen waardoor je wel degelijk een bijzonder gelukkig en tevreden leven kunt leiden.

Inmiddels weet ik sinds kort dat je op deze manier wel degelijk van toegevoegde waarde kan zijn. Dat is iets wat ik graag wil. Ik wil een waardevol deel zijn van ‘de groep’. Eigenlijk op de manier waarop we dat al deden toen we nog leefden in kleine groepjes jagers/verzamelaars. Iets wat we sinds de jaren ’70 langzaamaan steeds meer hebben ingeleverd ten faveure van het leven als geglobaliseerde individualisten. De groepen, stammen, wijken en dorpjes steeds meer inleverend. ‘Kiezend’ voor onze eigen bubbels. ‘Genoodzaakt’ om ons te laten zien. En nu weer terug.

Terug naar rechts achterin de auto. Terug naar niet hoeven. Terug naar een kleinere, bekende, veilige en fatsoenlijke omgeving. Vertrouwd. Om van daaruit alle (wereld)ontwikkelingen met grote interesse te volgen.

Rechts achterin kan en mag je zo af en toe wegdommelen.

De kunst -lijkt mij- is om dat daadwerkelijk en met tevredenheid te doen ook!

Zo blijf ik, als altijd, lekker onderweg.

Rob Franse, 22 juni 2023

Sinds vandaag met pensioen!

Dat is een heel vreemd gevoel. Ik hoef dus in principe nooit meer geld te verdienen. Er is een pot, pensioenfonds genaamd, waaruit de rest van m’n leven maandelijks een geïndexeerd bedrag binnenkomt. En binnenkort ook nog m’n AOW. Daar hoef ik he-le-maal niets meer voor te doen. Dat heb ik namelijk al jarenlang gedaan.

Ik hoef ook niets aan m’n levenswijze te veranderen maar ik mag dat wel. Dat gevoel van vrijheid overvalt me toch enigszins ondanks het feit dat ik al jaren wist dat dit moment ergens zou gaan komen. Ik moet ook een beetje grinniken. Misschien wel omdat ik het gehaald heb……

Ik denk terug aan de tijd dat ik als jonge twintiger vestigingsmanager was van een bankkantoortje. Eens in de week bezocht ik van daaruit een aantal cliënten die in een bejaardenhuis woonden. Sommigen waren zelfs iets jonger dan ik nu. Lopend door die gangen werd je door velen -gezeten in de koffiehoek of biljart spelend- nagekeken en soms gegroet. Wanneer ik als eerste groette dan steeg er een compleet gemompel op. Een enkeling kwam dan op me af met de woorden: ‘Dokter, ik heb zo’n last van ……’. Erg komisch.

Best merkwaardig dat bejaardenhuizen niet meer bestaan. Ik herinner me deze huizen of tehuizen als bijzonder vredige en rustige plekken met tevreden ‘ouderen’. De bejaardentehuizen voorzagen duidelijk in een behoefte. Ik vraag me af hoe en waar al die mensen hadden moeten wonen wanneer die tehuizen er niet waren geweest. Zoals nu.

Zijn ‘we’ zo veranderd? Of hebben we ons dat zelf wijsgemaakt? Ben ik nu en/of straks gelukkiger dan de bejaarden van destijds? Een destijds waarin ik dus ‘een bejaarde’ zou zijn?

Een nieuwe ontdekkingsreis dient zich aan. Daar ga ik natuurlijk anders mee om dan de meesten. Zoals ik altijd anders geleefd heb dan de meesten. We zijn namelijk veel individualistischer geworden. Ofschoon we als groep senioren wel van mening zijn dat we het heel anders gaan doen dan onze ouders en grootouders destijds. Zelfs zo anders dat het bijna een verplichting is; jeugdig en actief! Schiet toch op. Ouder worden is tegenwoordig nauwelijks een kunst. Léuk ouder worden, voor jezelf en voor anderen, is dat wel. Een ware levenskunst. Dat is het begin van de ontdekkingsreis. Me verwonderen. Samen. En van daaruit verder.

Ik heb er zin in. Voor het eerst een ‘avontuur in’ zonder doelstellingen. Zonder adrenaline maar met een wijze lach. Of me dat lukt? Of het gaat bevallen? Ik denk zomaar van wel. Bovendien denk ik dat het allemaal wel eens heel anders kan gaan lopen dan we nu denken. Dat beangstigt me niet. Nog sterker, het maakt me nieuwsgierig!

Rob Franse, 1 juni 2023