Pessimisme vrolijkt ons op!

Dat is nodig ook wanneer je het nieuws van de afgelopen week de revue laat passeren. De ene ellende wedijvert met de andere. Soms geeft me dat het gevoel wat ik ook in m’n tienertijd van tijd tot tijd had: ‘Wat een absurde wereld; wat heeft het voor zin wat ik doe’.

Nagenoeg op het moment dat wij hier thuis tegen elkaar zeggen dat de wereld bijna surrealistisch aan het worden is ontvang ik van een vriendje een artikel uit de Volkskrant: ‘Nietzsche in tien vrolijke lessen’. Met daarin onder punt 5. ‘Dionysisch pessimisme’. Mijn aandacht is direct getrokken omdat Dionysos, god van de groei van de Aarde met een grote voorliefde voor de druiventros, mij zeer aanspreekt.

Dionysisch pessimisme weet ook wel dat het leven absurd en zinloos is, maar stelt dat de uitdaging voor de mens is het desondanks te omarmen en lief te hebben.

Dáár kan ik wat mee. Niet blijven hangen in pessimisme maar het accepteren. Niet doen alsof er niets aan de hand is, niet de weglachende optimist en al helemaal geen moralist zijn, maar pessimist. Een pessimist die de uitdaging aangaat het leven te omarmen en lief te hebben.

Anders gezegd: Maak er wat van voor jezelf. Deel dat. Leef waardig. Maak de wereld -desondanks- mooier via klein geluk.

Rob Franse, 23 februari 2018

Roep hulp in!

Kjeld Nuis is misschien wel het mooiste voorbeeld van een stoere grootbek die uiteindelijk Olympisch kampioen is geworden doordat hij hulp inriep. Wanneer zelfs een kampioen daar niet te groot voor is, wie zijn wij dan om het zonder hulp te doen? Hij realiseerde zich dat hij hulp nodig had, ging er naar op zoek, luisterde en ging er mee aan de slag.

Hij kon natuurlijk goed schaatsen, heel goed zelfs, maar om echt te winnen ontbrak er iets. Hij erkende dat, misschien wel omdat hij graag genoeg wilde winnen, en durfde het aan om met zichzélf aan de slag te gaan. Want dat is waar het om gaat: Het inzicht, lef en durf om met jezelf aan de slag te gaan.

Wáár zie je dat nog tegenwoordig? Wie weet nog hoe je om hulp vraagt? Velen van ons, misschien wel de meesten, voelen zich te goed of te beschaamd om hulp te vragen. Liever Googelen we of lopen we er omheen. En als we al om hulp vragen dan is het meestal het soort vraag wat je slechts aan knechtjes stelt. De vraag of iemand iets voor je kan doen omdat je er zelf te druk, te moe, of te belazerd voor bent. De omgekeerde wereld dus.

Was dat ooit anders? Ja hoor. En nog maar kort geleden. Amper 50 jaar terug vroegen we de huisarts wat we onder de leden hadden, vroegen we de bankier en accountant om financiële raad, vroegen we de leraar (die we toen nog meester noemden) wat we het best konden leren en realiseerden we ons dat er veel was wat we niet wisten of konden.

Waar is het zo fout gegaan? Waarschijnlijk is het op een aantal momenten gebeurd. Allereerst ontstond er in de jaren ‘60/ ’70 het idee dat iedereen gelijk was ….. Vervolgens werd daaroverheen gedacht dat iedereen verantwoordelijk moest kunnen zijn voor zijn of haar eigen leven (zelfredzaamheid) ……… Daarna waren het ouders die hun kinderen vertelden dat ze gé-wél-díg waren …… en konden we alles wat we wilden weten vinden op het internet…… En dan vergeet ik nog wel iets. Maar weet je, in het beste geval zijn we gelijkwaardig en niet gelijk, zijn sommigen van ons op sommige terreinen zelfredzaam, zijn kinderen zelden geweldig en vind je op internet slechts antwoord op de vraag die je stelt (ja, denk daar maar eens over na; zo vraagt internet niet door!). We weten dus vaak niet eens dat we het niet weten of niet kunnen. Op vele gebieden zijn we meer dan ooit onbewust onbekwaam (en dat is dus op precies andere gebieden dan jij denkt).

Moeten we dan veel vaker om hulp vragen? Nee en ja. Nee als het gaat om knechtjes-diensten-vragen (hoe prettig dat ook is). Ja als het gaat om zelf beter te kunnen functioneren (in álle opzichten). Wat je daarvoor nodig hebt? Een omgeving en een instelling. Een omgeving die vertrouwd én kritisch is. En een instelling bij jezelf om te blijven vragen, kritisch op jezelf te blijven en je omgeving te dúrven vragen je te helpen; misschien wel te corrigeren. If the pupil is ready the master will apear.

Weet je wat het verschil is tussen een echte meester en een leerling? Een echte meester weet en kan veel, maar kent zijn beperkingen (in de beperking toont zich de meester). Hij (of zij natuurlijk) blijft altijd leerling.

Rob Franse, 14 februari 2018