Écht teamgevoel verdwijnt nooit!

Ook na 50 jaar blijkt dat teamgevoel niet te zijn verdwenen. Na amper 300 meter en 2 bochten zette ik m’n auto even stil. Dak open, diep ademhalen, een verse sigaar opsteken en proberen weer te landen.

We hadden zojuist twee en een half uur ‘gepraat’. Ofschoon praten een verkeerd woord is voor het contact dat we hadden. Het was meer zoeken en graven in een hoofd waarvan ik vermoedde dat de harde schijf er nog was, gevuld en wel, maar dat de zoekfunctie ernstig haperde en de weergave van het gevondene een minstens even groot probleem was.

Hij bleef z’n best doen. Met mij op korte afstand me tot het uiterste inspannend om een gesproken woord of een reactie van een oog of ooglid waar te nemen. Het duurde bijna een uur voordat ik bepaalde reacties begreep. Toen zaten we inmiddels ‘in ons oude basketbalteam’. Jongens A. Zestien a zeventien jaar oud. Hij destijds ijzersterk en ik een heel grote mond. Samen met onze maatjes van die tijd ongeslagen kampioen geworden. Daar sloeg hij op aan. Namen van teamgenoten kwamen boven. De namen van teams waar we tegen speelden. Zelfs de namen van mijn broers. Z’n oude gebaar met de linkerhand was er weer. Ik zag weer iets terug van het laconieke en het stoïcijnse terwijl hij zich met enige moeite tegoed deed aan de marsepeinen basketballetjes die mijn echtgenote voor deze gelegenheid had gemaakt. Ook z’n humor bleek er nog te zijn. Op de vraag van zijn echtgenote of hij diep aan het graven was reageerde hij -heel zachtjes- met ‘klein schepje’.

Er is nog sprake van contact. Van herinneringen. Van humor. Het maakte het contact, hoe moeilijk ook, voor allen de moeite waard. Nu nog wel.

Maar wat is dit een ongelooflijke klote ziekte die een vierenzestig jarige en ooit ijzersterke intelligente man doet veranderen in een hulpbehoevende oudere. ‘Lewy-body-dementie’ heet het en het is een combinatie van Parkinson en dementie.

We spraken nog wat door, vooral over toen, alvorens hij werd opgehaald. Mooie herinneringen aan ons basketbal verleden. Aan ons team. Iets wat kennelijk niet slijt. Hij liep mee naar mijn auto. Langzaam. Zijn echtgenote voor ons uit om het te filmen. Bij het terugkijken valt me op dat we beiden nog steeds groot zijn. Een zekere tevredenheid uitstralen. Naast elkaar. Langzaam……….

Die avond daalde een diepe vrede over me heen. Ik had ‘m weer gezien. We hadden contact. We hebben ooit als teamgenoten mooie tijden beleefd die niet (!) vergeten zijn.

Een team. Een echt team. Teamgenoten. Genoten. Geleerd. Herinnerd voor altijd…………

Rob Franse, 19 mei 2022

Laat me met rust!

Val me niet lastig!
Of kom met het grote plan, het grote verhaal, waardoor ik denk ‘Eindelijk; daar heb ik vertrouwen in. Ik doe mee!’
Zo niet, geef me dan de gelegenheid m’n werk/m’n taken ongestoord af te maken zonder steeds iets te veranderen. Al die veranderingen, het getuttel en de vele eisen maken alles te complex. Het is te veel.
In de tussentijd zoek ik iets ontspannens. Iets leuks. Iets kleins wat me niet te veel moeite kost.

Zo zat ik achter in de tuin met het boekje ‘De lengte van het leven’ van Seneca. Bij de zinnen ‘Alles is bekend, alles ten volle genoten. Fortuna mag het verder allemaal inrichten zoals ze wil, zijn leven is al binnen’ riep Caroline plotseling “de vlinder”.
Een prachtige koninginnenpage had zich ontpopt nadat Caroline de laatste van 6 rupsen op het einde van de zomer gered had. De rups had als pop de winter doorgebracht en kwam juist op dat moment tevoorschijn om ons gedurende de rest van de dag gezelschap te houden.

Gesterkt door deze ervaring van enerzijds verdieping en anderzijds verwondering las ik m’n boek uit. Ik maakte uitstapjes naar Nietzsche (nu we God vermoord hebben zullen we het echt zelf moeten doen), Sartre (onze radicale vrijheid komt met een prijs) en Isaiah Berlin (negatieve vrijheid is met rust gelaten worden, positieve vrijheid is dat je in staat bent ‘een goed leven’ te leiden).
Wat ben ik (en wat zijn wij) momenteel aan het doen. Waar doen we het voor. Zijn we bezig met ‘hebben’ of zijn we bezig met ‘zijn’? Zijn we bezig met een lang leven of met een lang bestaan? Lukt het ons om iets toe te voegen aan onszelf, onze kinderen, onze omgeving en de maatschappij? Aan de toekomst?

Wim van de Donk schreef op 4 mei: ‘Als vrijheid er alleen is voor mensen die het zich kunnen veroorloven, wordt het een leeg begrip’. Het raakte me. Zo goed als een paar recente en goede gesprekken met leeftijdsgenoten gingen over onze zorg dat er inmiddels wel heel veel mensen zijn die zonder perspectief en in relatieve armoede (moeten) leven. Dat zelfs bij ons het geloof in overheidsdiensten dramatisch gekelderd is.

Wie of wat zorgt er nog voor een algemeen perspectief voor iedereen? Wie of wat zorgt er nog voor geborgenheid? Hoe redden we onszelf en ons nageslacht?
Voor dit moment kies ik er voor om me te laven met oude wijsheden, afgewisseld met de ontspannen omgeving van huis, tuin, echtgenote en ander goed gezelschap. Wie weet wat daaruit voortkomt.

Ik blijf vooral lezen en luisteren. Wie weet waar dat me brengt.

Rob Franse, 5 mei 2022