Zoeken of doorhollen?

Uiteindelijk willen we allemaal iets vinden. De ene doet dat hollend en komt niet aan zoeken toe, de ander zoekt en raakt bijna verlamd in of van dat zoeken. Natuurlijk is er ook een groep die het een met het ander weet te combineren.

Nog niet zo gek lang geleden wist bijna iedereen het zoeken en het hollen vrij aardig te combineren. Vaak goed aangepast aan leeftijd en fysieke mogelijkheden. Of ik pleit voor een zondag als echte rustdag? Voor het avondmaal om zes uur en daarna klaar met hollen? Voor een fluit op het werkterrein die het einde van de werkdag afkondigt? Je brengt me op een idee…

Wat willen we vinden? Een prettig leven dat voldoening geeft.

Hoe doen we dat? Als het goed is door te zoeken, keuzes te maken, aan de slag te gaan en met regelmaat in rust te reflecteren.

Tsja, als het goed is……. Maar het gaat momenteel wat al te vaak niet goed. Ik kom daar op door het (organiseren van) vrijwilligerswerk. ‘Niet verplicht’ vrijwilligerswerk beter gezegd. Ik ontmoet vele 55-plussers die inmiddels geen werk meer hebben door ontslag, arbeidsongeschiktheid of pensioen. Veruit de meesten komen uit een tijd van ‘hollen’ en vragen zich af hoe ze verder zullen gaan. Of ze vrijwilligerswerk gaan doen en zo ja wat. Slechts een klein deel weet het echt en gaat wat doen. Ik kom er maar niet goed achter wat de twijfel precies veroorzaakt en waarom die twijfel vaak zo lang blijft hangen. Doorvragend bij vele tientallen latente vrijwilligers hoor ik echt iedere keer een ander verhaal. Verhalen die allemaal eindigen met een ‘tsja, ik weet het gewoon niet’.

Zet dat eens af tegen al die 55 plussers die wel werken en dat hollend moeten doen. Die zich afvragen hoe ze het moeten volhouden. Vaak aan niet meer toekomen dan ‘bijkomen’ van het werk.

Zet dat af tegen al die mensen die werk en gezin proberen te combineren. Veelal mensen die niet verder komen dan uitsluitend hard hollen om alle verplichtingen in hun dag te passen of te persen.

Zet dat af tegen jongeren die naast en in hun studie zo druk zijn dat een deel tegen een burn-out aanloopt. Jongeren die in hun eerste of tweede baan een burn-out krijgen. Jongeren die zoeken en hollen te intensief combineren wat weer leidt tot piekeren.

Zet dat af tegen alle zoekers die wel willen hollen maar het om vele verschillende redenen niet lukt om aan het werk te komen. Zoekers die al te vaak tobbers worden.

Zoeken is leuk, mits je ook iets vindt. Hollen is ook leuk, mits je het goed vol kunt houden. De combinatie van zoeken en hollen kan zelfs geweldig zijn, mits je de balans weet te behouden.

Het is net alsof het er bij velen aan ontbreekt om keuzes te kunnen maken en grenzen te stellen. Is dat onze eigen schuld of is het iets in de maatschappij? Is het iets wat we verleerd zijn? Is het iets wat we nog niet geleerd hebben in relatie tot alle veranderingen bij ons zelf en onze omgeving in de laatste 10 jaar? Zoeken we misschien naar iets wat we niet weten te omschrijven maar wat we ook nergens tegenkomen? Is het een vorm van onbehagen? Zoeken we soms in de hoop dat we het onwaarschijnlijke en het ultieme tegenkomen wanneer we maar lang genoeg zoeken? Zijn er te veel keuzes? Verlamt het zoeken wellicht? Put anderzijds het hollen je te veel uit om er nog iets naast te doen zoals vrijwilligerswerk?

Vragen al om. En waarachtig, ik wou dat ik wat meer antwoorden had.

Misschien ligt een deel van het antwoord wel bij het meer met elkaar in contact brengen van 30-minners met 55-plussers. Wie weet wat die elkaar kunnen leren. En voor de leeftijd daar tussenin zou ik zeggen: Neem zo af en toe even rust en reflecteer voordat je verder holt.

Rob Franse, 27 april 2018

Nieuwe helden!

Graag draag ik dit artikel (een slow reader) op aan onze burgemeester Marc Witteman in het bijzonder en de gemeenteraad van Stichtse Vecht in het algemeen. En natuurlijk aan onze complete maatschappij.

Hoera! Daar komen ze aan. Jong en oud, vrouw en man, van elders en van hier. Ze hebben iets gemeen met elkaar. Ze verschillen ook enorm. Ze gaan op ontdekkingsreis, zowel samen als alleen. Die reis begint in de bibliotheek. Een heel stoffige bibliotheek vol met vaak vergeten wijsheden in boeken. Boeken zonder schreeuwende koppen. Ze lezen, proberen te begrijpen, luisteren en gaan pas dan in debat. Afgezworen is het praten zonder geïnformeerd te zijn. Weggeworpen zijn de smartphones, de powerpoints en de wervende oneliners. Er is een verbod ingesteld op brainstormen. Er is geen management doch slechts een gespreksleider. Niemand staat zich voor op pragmatisch zijn, niemand op sociaal zijn, niemand op vergezichten hebben, niemand op een religieus boek, niemand op een leider, niemand op Euro’s, niemand op macht.

Het debat. Een debat zoals het gevoerd moet worden. Een debat wat uitgaat van de vrijheid om zélf te denken (na je geïnformeerd te hebben). Een pansofisch debat wat uitgaat van samenhangende (!) kennis, kunde en ervaring met respect voor feiten, wetten en afspraken.

Tsja, dat sluit nogal wat mensen uit. Niet dat ze niet uitgenodigd waren, maar omdat ze vonden dat er éérst naar hen geluisterd moest worden, omdat ze nu eenmaal hun éigen regels hadden, omdat ze een mening hadden die gehoord móest worden, omdat ze iets persé wilden, omdat het persé moest passen in hun geloof -religieus of anderszins- (wat zij ook een vorm van vrijheid vonden), omdat ze altijd het kind van de rekening waren, omdat er vooráf respect voor hen moest zijn -gewoon omdat ze waren wie ze waren-…..

Een prachtig debat. Een debat wat als vanzelf naar oplossingen toewerkt. Een debat wat niet samen te vatten is in een paar kreten of oneliners. Een debat zonder winnaars of verliezers (wat logisch is aangezien je alleen maar winnaar of verliezer kunt zijn wanneer je vooringenomen standpunten hebt en die breed uitdraagt of schreeuwt).

Buiten staan flink wat journalisten, managers en marketeers. “Wat is de uitkomst?”. Een lijvig boekwerk vol nuances wordt getoond. “Heb je geen powerpoint? Geen slogan? Geen oneliner? Niets wat we nu direct klein kunnen maken en mee aan de gang kunnen?……”. Teleurgesteld vertrekt het buitenstaande stel. Hier kunnen ze niets mee.

De nieuwe helden zijn niet verbaasd. Ze kennen dit soort reacties en weten dat het zo werkt. Een kwestie van volhouden en lange adem. Best behaaglijk zo zonder al die korte termijn effect denkers. Misschien een mooie titel voor het genuanceerde boek: ‘Behaaglijk’. Een beetje saai, dat wel. Misschien iets voor een volgend debat: Hoe breng je nuance onder de aandacht?

Misschien moet je het wel helemaal niet onder de aandacht brengen. Misschien moet je het uitstralen zoals een Toscaans landschap zichzelf zonder enige ophef met onuitwisbare nadruk toont aan een ieder die daar oog voor heeft. Een landschap waarin je wilt opgaan, zeker wanneer je last hebt van de competitie, de schreewerigheid, de hypes, de te hoge hypotheek, de burn-outs, de…..

De nieuwe helden koesteren zich in het Toscaanse landschap. Een mooi en langzaam maal met dito wijn. Ze zien er niet uit als helden. Voor zichzelf zijn ze ook geen helden. Het maakt ze ook niet uit of ze in Toscane zijn of thuis. Ze weten wel dat het behaaglijk is met elkaar wanneer je jezelf daartoe zet. Vroeg of laat begrijpen ze dat resultaten voortkomen uit behaaglijkheid. Pas dan kun je echt vól in debat.

Rob Franse, 17 april 2018