Circle of life, van mensen, geld en investeringen!

Eerst over mensen: We gaan allemaal door een aantal fasen in het leven, maar de lengte van die fasen verschillen zeer per persoon. Dat is ook logisch want ieder mens is verschillend. Toch willen we (overheid? Regels?) al die verschillende mensen precies deelfde hoeveelheid tijd geven voor die verschillende fasen. Dat is raar!

Onze 1e fase is de fase waarin we een spelend kind zijn, waarbij we stukje bij beetje kennis opdoen.

In onze 2e fase gaan we (een deel van ) die kennis gebruiken en uitbouwen mét energie. Dat is het mooie van die 2e fase: Je hebt heel veel energie. Energie die bijvoorbeeld ook bruikbaar is om kinderen op de wereld te zetten én ze op te voeden.

In de 3e fase is een deel van ons uitgegroeid tot een kundig mens (niet te verwarren met een mens met kennis). Deze kundige mensen hebben we nodig als overdragers en als leiders. Het deel wat niet echt kundig wordt (dat gebeurt natuurlijk best vaak) blijft lekker energie leveren en zijn of haar kennis op peil houden. Met nadruk op ‘lekker’. De energie is toch wat minder dan in de 2e fase.

De 4e fase begint bij iedereen op heel verschillende momenten. Afhankelijk van de persoon en het soort ‘werk’ zal dat vaak tussen de 55 en 75 jaar oud zijn….. Een enorm leeftijdsverschil dus. Het is de fase waarin je (noodgedwongen) de ‘return on investment’ nodig hebt die je eerder hebt opgebouwd. Investeringen in je relaties, woning, materie, kennis, kunde en …. geld?

Geld? Dat is best raar. Geld is namelijk een ruilmiddel. Een ruilmiddel wat misschien wel na verloop van tijd zou moeten ‘vergaan’. Geld is niet bedoeld om op te potten (dat geeft, naast het merkwaardige fenomeen rente, vooral het effect van onttrekking aan investeringen, andere maatschappelijke doelen en consumering). Geld zou dus, op de korte periode van ruilmiddel na, altijd (!) geïnvesteerd moeten worden (op dat deel na wat geconsumeerd wordt) in ‘waardevermeerdering’.

Wat doen we vervolgens met (een deel van) die waardevermeerdering? Die keren we pro rata uit aan mensen die in de 4e fase zitten. Zo heb je in die 4e fase een ‘dubbel’ inkomen; het ene deel komt uit investeringen (niet uit rente )en het andere deel komt uit ‘de nog door jou haalbare bijdrage aan de maatschappij’, zonder dat daar, zoals in de 2e en 3e fase, direct inkomen tegenover staat. Het is de facto een bijdrage die deels kostenbesparend is voor de maatschappij en deels maatschappij verfraaiend is.

Het mooie van deze ‘op maat circle of life’ is dat iedereen op het juiste moment datgene doet wat passend is, daar de erkenning en waardering voor krijgt én een waardevol lid blijft van onze maatschappij. Wie weet los je op deze manier wel het hele pensioenprobleem op. Net als de problematiek van vervroegd ontslagenen. En de problematiek van veel te drukke jonge ouders. Het probleem van de lage rente. Het probleem eenzaamheid.

Eigenlijk heb ik een slimme kop nodig die dit eens zou kunnen uitrekenen waarbij we uitgaan van een rente van 0%, investeringen met waardevermeerdering en uitkering maar zónder koers en een passief zijde van de balans die stomweg een resultante is (ja, dat is lastig).

Toch hoeft dit niet onmogelijk te zijn. Ooit leefden we zonder rente, zonder banken en zonder pensioenen en deed ieder lid van de stam datgene wat bij zijn of haar persoon, vaardigheden en levensfase paste. Nu lijkt het er soms op dat we dat laatste niet meer kunnen omdát iedereen gelijk behandeld moet worden wat voor een enorme ongelijkheid zorgt. Dát kan toch niet de bedoeling zijn van ons pensioenstelsel, ons banksysteem en onze arbeidsvoorwaarden?

Of er een steekje bij me los zit? Welnee. Ik probeer stomweg na te denken over een manier van leven die wat logischer bij ons zou passen. Uitgaande van de verschillen tussen mensen. En vergetend wat we ‘kunstmatig’ hebben opgebouwd.

Rob Franse, 23 april 2019

Lang leve de leuke pessimist!

Helaas, we zijn de laatste eeuwen groot gegroeid met de verlichting en het liberalisme, afgewisseld met het socialisme en verschillende geloofsovertuigingen. Dat is, vrij vertaald, achtereenvolgens hoera voor de rede en de wetenschap, hoera voor vrijheid, hoera voor de verheffing van de arbeiders en hoera voor een hogere macht. Je zou er verdikke optimist van worden!

En dat is best zonde, want juist het pessimisme is een bron van ontwikkeling en vreugde. Angst is de meest geweldige drijfveer die we hebben om in actie te komen (zolang we niet vluchten of verkrampen). En het is de pessimist die vaak, terecht, angstig is voor bepaalde ontwikkelingen. Hij komt daardoor in actie om die angsten te bestrijden en kent grote vreugde wanneer hij de zaak ontwikkeld en onder controle gekregen heeft.

Een leuke pessimist weet dat te omkleden met prachtige galgenhumor en zelfspot. Hij kan heerlijk vervallen in gesomber waardoor de meest prachtige kunstwerken (in mineur) kunnen ontstaan. Van schilderijen en muziek tot prachtige teksten aan toe. En ná dat gesomber weet hij weer hoe belangrijk het is om ‘leuk’ te zijn en leuk te doen (wat trouwens iets heel anders is dan ‘leuke dingen doen’, maar dat terzijde).

Daardoor heb je aan een leuke pessimist ook de ideale politicus, leider, manager of journalist. Ze pakken aan, trekken zich soms even terug om na te denken en komen met oplossingen. Dat doen ze bovendien op een meeslepende manier waarbij ze hun werkelijke doel niet uit het oog verliezen. Zacht neuriënd doen ze hun werk waarbij ze een prettig voorbeeld zijn voor hun omgeving die daardoor ook prettig aan het werk is wat dan weer afstraalt op hun klandizie die maar al te graag komt omdat ze weten dat hier echt iets gebeurt! Het probleem ís onderkend en wórdt aangepakt….

‘Leuk’ betekent hier hard werkend met een duidelijk doel. Het past in een mooi en geloofwaardig verhaal. Een verhaal wat meeslepend, enigszins romantisch en met de juiste bravoure vertelt wordt. Een verhaal wat geleefd wordt en wat doorspekt is met de juiste humor.

Wees eerlijk, dat klinkt toch veel beter dan het kale verhaal van de verlichting waar het vaak alleen maar om de rede en om cijfers gaat? Of het liberalisme waar het alleen maar om ‘persoonlijke’ vrijheid draait? Of het socialisme wat slechts een heel enkele hoera kent? Of het geloof wat al te vaak slechts één (zwaarmoedige) richting kent? Het leuke pessimisme klinkt toch ontzettend veel beter dan het verhaal van de optimist die roept dat het allemaal wel goed komt en zogenaamd leuke dingen gaat doen? Geloof jij de optimist bij de klachtenservice? Geloof jij mensen die het alleen maar leuk hebben als ze zogenaamd leuke dingen doen? Is ‘leuk’ niet iets wat je al doende in je gewone bezigheden overkomt? Veel meer dan ‘nu gaan we het verplicht leuk hebben want we hebben er voor betaald? Of omdat het een feestje is?

Ik moet eerlijk toegeven dat ik een zeker wantrouwen heb jegens optimisten. Ook geef ik toe dat teveel pessimisten bijna defaitistisch zijn. Maar wanneer we nou eens ophielden met het roepen van ‘doe eens positief!’, ophielden met ‘nu is het eindelijk tijd voor een feestje dus nu is het leuk’. En pessimisten koesteren wanneer ze ‘leuke’ pessimisten zijn. Ze zelfs gaan helpen! Volgens mij krijg je dan geweldige leiders en managers. Fantastische politici en journalisten. Eérlijke verhalen!

Bij die eerlijke verhalen moet er dan alleen nog voor gezorgd worden dat ze mooi en goed verteld worden. Wellicht dat we daar eens wat meer aandacht aan moeten gaan besteden: Goed vertellen in plaats van spreadsheets en powerpoints vertonen.

Zo, dat was wel weer genoeg optimisme.

Ik wens jou veel pessimisme toe. Pessimisme met stijl!

Rob Franse, 16 april 2019