Laat je niet zo in de put praten!! Veel onvrede hebben we ons aan laten praten! Zo draai je dat.

Waarom doen we dat? Waarom luisteren we naar mensen die ons vertellen hoe slecht het met ons en met het land gaat? Terwijl het met het merendeel van ons eigenlijk best goed gaat? Net als met hun omgeving….

2 op de 3 stemgerechtigden hebben niet of middels een proteststem hun onvrede geuit. Een onvrede die er natuurlijk bij sommigen is. Soms extra aangejaagd. Vaak voortkomend uit onzekerheid aangaande het eigen leven en de ontwikkelingen in de wereld. Een gebrek aan grip op het eigen leven, bijvoorbeeld doordat je geen woning hebt; geen eigen bedoeninkje.

Maar geldt dat echt voor 2 op de 3? Of worden we door verschillende soorten politici en (social)media wat teveel -en vaak ongenuanceerd- er mee geconfronteerd? Praten we elkaar teveel de put in?

Ook ik ben met regelmaat bezorgd en onzeker. Maar ik heb wel het voordeel m’n eigen bedoeninkje lekker op orde te hebben. Voor anderen kan ik dat niet regelen. Wat ik wel kan is m’n leven zo in te richten dat ik het zoveel mogelijk naar m’n zin heb en dat over brengen op anderen middels m’n eigen gedrag. Ik geef je een inkijkje:

1. Tenminste 4x per dag loop ik door de wijk. Noodzakelijk voor m’n rug en prettig voor de rest van m’n lijf en m’n kop. Ik zwaai naar iedereen en iedereen zwaait terug. Met een glimlach. ‘Alles wel? Gaat uw gang; prettige dag’.
2. Hoogtepunt daarbij is Olivier. 3 Jaar oud en vroegwijs. ‘Goeiemorgen Rob’. ‘Goeiemorgen Olivier’. ‘Kijk, ik heb een eikel gevonden’. ‘Mooi! Ga je nog meer leuke dingen doen?’. ‘Ja’. Kom je me dat laten zien?’ ‘Ja’.
3. Bij binnenkomst wacht m’n 16 jaar oude kat me op. ‘Mauw… knuffel mij!’ En dat doe ik.
4. Verder met de dag. Achter m’n bureau voor het raam. Groetend naar de langslopers. Steeds ervarend dat ik een glimlachen terug krijg.
5. Onderweg voor een boodschap. Wenkend naar fietsers op de rotonde dat ik ze gezien heb en waarvan het merendeel vriendelijk een dankende hand opsteekt.
6. Praatje makend met de winkelier. Ouwehoerend. Grollen over en weer. Een lach.
7. Terug in m’n vertrouwde huis. Ik hoefde niemand een lange lont aan te bieden ter vervanging van het korte lontje. Maar desgewenst heb ik die lange lont voor iedereen.
8. Kopje koffie. Sigaartje. Vogels kijken. Later op de middag m’n biertje. Tafel mooi dekken met kaarsen. Juiste muziek er bij. M’n echtgenote en tevens keukenprinses aanschuiven. De wijn is al ingeschonken. Praten. Natafelen. Wát een luxe.
9. Ontmoetingen voorbereiden zoals de Wijnbeleverij bij ons thuis om gezelligheid en wijn te delen.

Simpele gewoontes? Wellicht. Ofschoon ik het als uiterst luxe en comfortabel ervaar. Simpele dingen waardoor ik vaak met vele anderen in gesprek ben. Somberheid verdrijvend. Elkaar weghoudend bij de put 😊. Energie tankend om naar de leuke en goede kanten van de wereld te kijken die er wel degelijk zijn. Hoop te hebben en dat te laten zien ……

Rob Franse, 25 november 2023

Wij horen er bij!

Dat is niet vanzelfsprekend. Wij horen er namelijk bij omdat wij bijdragen.
En vrij naar John Kennedy ‘Vraag niet wat wij voor jou kunnen doen maar wat jij voor ons kunt doen’.
Toch roepen zeer velen, steeds vaker en steeds luider ‘Ik vind en ik wil’.
Soms gevolgd door ‘dat maak ik zelf wel uit’.

Ik sprak de laatste weken een aantal oud collega’s. Ze keken met veel plezier terug op de laatste 40 jaar werken. Daarbij vielen vaak de woorden ‘dat was een mooie tijd’, ‘dat hebben we toen goed gedaan’ en ‘weet je nog, met Ruud en Joost en Rob……’.
Het ging dus altijd om een groep mensen die samen een mooi resultaat boekten…………
We zaten samen op een kantoor, meestal zo’n 40 uur per week. Vaak vrij dicht op elkaar. Van elkaar afhankelijk………..
Nu terugkijkend bedenk ik dat we ook echt niet zonder elkaar konden.

Hoe is dat nu? Kun je nu makkelijker zonder elkaar? Is het werk solistischer en individualistischer geworden?
Zijn eigen resultaten, op welk vlak dan ook, belangrijker geworden dan teamresultaten?
Is het makkelijker en/of prettiger geworden om alleen te leven dan in gezinsverband? Of is de eigen vrijheid belangrijker geworden? De eigen mening?
Zoeken we in dat individualistischere leven meer naar mensen die perfect bij ons passen in plaats van het ons ‘gedwongen’ aanpassen aan de mensen op de werkplek, onderweg in de trein of tram, in huis en met de buren?
Raken we daarmee vaardigheden kwijt?
Leren we daardoor steeds minder goed om te gaan met mensen die net een beetje anders zijn?
Raken we ons begrip voor anderen en ons aanpassingsvermogen kwijt?
En als we in een relatief onbekende groep samenkomen, kunnen we elkaar dan nog verstaan en begrijpen? Moeten ‘we’ ons daarom weer meer aanpassen? Ook qua kleding, tafelmanieren etc.?

Nee, ik heb het niet over anderen. Ik heb het over onszelf
Zelf bezig blijven om er bij te (blijven) horen!

Rob Franse, 10 november 2023