Draai er niet omheen!

De arts moet eerlijk zeggen wat we hebben. En er niet omheen draaien. Wanneer je afgewezen wordt wil je eerlijk weten waarom. Dat geldt zowel voor de liefde als bijvoorbeeld voor sollicitaties. Wanneer je geen promotie krijgt, wanneer je niet uitgenodigd wordt, wanneer je niet opgesteld wordt, wil je eerlijk weten waarom.

En daar zíjn we slecht in! We zijn er zo slecht in dat we inmiddels zijn gaan geloven dat piskijkers het beter weten dan artsen, dat bedrijven vriendjespolitiek bedrijven, dat je niet uitgenodigd wordt omdat iemand slecht over je gesproken heeft en dat iemand als Trump wél eerlijk is……

Hoe ik daar zo bij kom? Pure verwondering! Zo snap ik het niet dat gerenommeerde media klakkeloos CBS werkloosheidscijfers overnemen én daar over juichen. Terwijl het CBS er keurig bij zegt dat een werkloze volgens hen uitsluitend een werkloze is wanneer hij én een WW uitkering krijgt én minder (!) dan 1 uur per week werkt. Iedereen wéét dat de echte werkloosheid tussen de 1,5 en 2.0 miljoen ligt en dus veel hoger is dan dat halve miljoen wat steeds genoemd wordt.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) weet het volgende te melden: ‘Middengroepen weten in meerderheid hun positie te handhaven en sociale daling te voorkomen. Dat doen zij door harder te werken in meer onzekere omstandigheden. Zij hebben vaker twee inkomens nodig, moeten rekening houden met de flexibiliteit en tijdelijkheid van werk, dienen werk en zorgtaken te combineren, en meer zelfredzaamheid aan de dag te leggen om risico’s het hoofd te bieden. Dit alles gaat gepaard met toenemende gevoelens van onzekerheid. Ook is er het gevoel dat de overheid te weinig doet voor het midden.’ Om vervolgens naar buiten te brengen dat ‘In tegenspraak tot veel verontrustende verhalen er geen sprake van is dat het middensegment van de Nederlandse samenleving wordt uitgehold of in verval is geraakt’…… Ben ik nou gek?

Alleen deze 2 berichten al geven een beeld (!!!) dat het goed met ons gaat. Dat we niet moeten klagen. Dat ‘de overheid’ het goed doet. Maar ‘wij’ voelen haarfijn aan dat het niet klopt. En veel meer dan “voelen” kunnen we helaas niet. Psycholoog en winnaar van de Nobelprijs voor economie (…) Daniel Kahneman heeft voldoende aangetoond dat wij niet rationeel maar irrationeel zijn (maar wél voorspelbaar; daarover straks meer). En irrationeel als we zijn leggen we ons oor dan te rade bij mensen die de zaken wél benoemen. Helaas zijn dat dan weer vaak mensen die vooral zaken benoemen die wij wíllen (!) horen. Zaken die lekker bekken. Vaak gecombineerd met het zich afzetten tegen bepaalde groepen in de maatschappij…… Het is om die reden dat we nu te maken hebben met Brexit, Trump, Wilders, le Pen en anderen met hun “alternatieve feiten”. Het kan (een deel van ons) niet schelen dat die feiten rationeel niet helemaal kloppen. Ze benoemen het en dat is voor ons gevoel goed.

Wanneer je, dat is mijn betoog, zelf echt eerlijk de zaken benoemt –niet alleen rationeel en feitelijk maar ook met het juiste gevoel en de juiste kop of titel- dan neem je al dit soort populisme de wind uit de zeilen en voelen “wij” ons serieus genomen. Nog sterker, dan gaan we jullie –gevestigde media, politiek en overheid- misschien wel geloven!

De laatste jaren is er nog een heel goede reden bijgekomen om zaken eerlijk, ook qua gevoel, te benoemen. Ik kom dan terug bij Kahneman en het feit dat we niet rationeel maar wél voorspelbaar zijn. Die reden is de extreem sterke opkomst van social media. Zij (Facebook, Whats App, Google) maken precies daarvan (irrationeel en voorspelbaar) gebruik. Ze spelen perfect in op wat jij op welk moment wilt horen. En ze kunnen dat buitengewoon goed!

Zo worden wij, door het niet echt eerlijk en met gevoel benoemen van de (harde en soms vervelende) feiten door instanties, als vanzelf in de armen gedreven van populisten en social media. Het voelt een tijdlang (misschien) best goed, maar het is net als met teveel alcohol. Uiteindelijk levert het een fikse kater op.

Rob Franse, 26 juli 2017

We degenereren wel héél snel…

Getroffen door de krantenberichten “Op 7 jarige leeftijd 30% minder spierkracht dan de vorige generatie” en “Jaren bezig met A-diploma” ben ik wat verder gaan lezen. Dat is schrikken! En dan heb ik me beperkt tot de kranten van de afgelopen 2 weken…….

Vooropgesteld moet worden dat er binnen iedere generatie grote verschillen bestaan en dat een gemiddelde eigenlijk niet bestaat. Maar toch…..

Laat ik het eens houden bij wat ik zelf in 60 jaar heb meegemaakt en beginnen bij mijn grootouders. Mijn grootouders waren oersterke mensen, zijn over de 90 jaar oud geworden en konden ook op hoge leeftijd nog zeer goed lopen, tillen, huishoudelijke klusjes doen etc. In hun jeugd groeiden ze op met de benenwagen. Bijna alles deden ze lopend; boodschappen, huishouden, naar het werk gaan…… Mijn ouders liepen ook nog veel. Ik kan me herinneren dat vader op de fiets naar het werk ging -na de kolenkit gevuld te hebben- en moeder de wasketel zelf op het fornuis zette. Als klein kind liep en fietste ik veel. Logisch, we hadden immers geen auto. Maar dat zou snel veranderen rond 1965. Niet alleen kwam er een auto, maak ook een TV , gemakkelijke stoelen en zelfs luie tuinstoelen. Na 1970 ging het steeds sneller: Van hangende patatgeneratie tot achterbankkinderen. Van kinderen opvoeden tot kinderen wijs maken dat ze prinsjes en prinsesjes zijn. Van accepteren dat je kind naar een school en een sportclub ging tot op hoge poten eisen dat je kind op een bepaalde school en in een bepaald team kwam (dat laatste heb ik rond het jaar 2000 in een paar jaar tijd zien veranderen). En zitten. Steeds meer zitten.

Waar heeft dat alles ons gebracht? In ieder geval zien we bij gemiddelde (….) kinderen minder spierkracht en een mindere motoriek (ik laat obesitas maar even buiten beschouwing). We zien bij de groep jong volwassenen veel meer burn-outs. Je kunt je niet altijd verstoppen in gaming of op festivals; er is ook zo iets als een echte (en soms harde) wereld waarin je geen prinsesje blijkt te zijn (wat je ook doet via Facebook of Whats App). Volwassenen blijken steeds slechter bestand tegen het feit dat de wereld onzekerder wordt, met als meest trieste voorbeeld de Verenigde Staten waar in sommige steden meer dan 25% van de bevolking verslaafd is aan opiaten en andere enge pijnstillers; het sterftecijfer onder blanke Amerikanen loopt geheel tegen de wereldtrend in op! Ouderen tenslotte vereenzamen in grote getale (maar wonen wel steeds meer zelfstandig…. Hoera ?)

Of ik ergens urgentie bespeur om iets te doen aan deze degeneratie? Neen, eerlijk gezegd niet. Her en der wordt veel geschreven over een steeds angstiger wordende samenleving, een tweedeling, individualisering, gebrek aan fysieke en mentale kracht en schijnwerelden. Maar acties? Actieplannen?

Verander de wereld en begin bij jezelf. Maar wat doe ik er aan? Wat doe jij er aan? En waar aan? Soms hoop ik stiekem op het uitvallen van het complete internet en alle digitalisering; misschien wel op het uitvallen van alle elektra. Gedurende een langere tijd. Dan zullen we wel moeten! Wat we dan moeten? Om te beginnen fysiek ontwikkelen: Spierkracht, uithoudingsvermogen en fijne motoriek. Vervolgens samenleven en samenwerken: Zaken als echt luisteren en praten inclusief de momenten die je niet bevallen, de momenten waarop je kritiek krijgt en de momenten van verveling. Je weer leren aanpassen aan anderen. Samen fysiek werk doen. En ten slotte (weer) leren omgaan met onzekerheid en het niet direct weten wat er elders op de wereld gebeurt. Het zou dan zomaar eens kunnen zijn dat velen van ons zich, na een periode van gewenning, veel beter voelen dan ooit tevoren.

Zo teruglezend kom ik tot de voorzichtige conclusie dat al het “gemak” waar we ons leven steeds meer mee doordrenken, ook ernstige keerzijdes heeft. We putten ons uit om aan al het gemak mee te kunnen doen. Met als effect dat velen de race aan “het meedoen” verliezen. En dat diegenen die de race wel volhouden straks eenlingen zijn mét vluchtgedrag maar zónder kracht.

Wat doe ik er aan? Wat doe ík er aan? Ik denk dat ik eerst maar een beetje ga tuinieren; gewoon, met m’n handen. Misschien wel samen.

Rob Franse, 18 juli 2017