We hebben wereldwijd 2 echte problemen: Het klimaat en de tweedeling. En zolang er sprake is van een tweedeling krijg je nooit voldoende mensen achter oplossingen voor het klimaatprobleem. Dus moeten we eerst de tweedeling aanpakken.
Wát vind een mens nou echt belangrijk? Een goede mentale gezondheid en goede relaties, kort daarop gevolgd door welvaart en het zicht daar op. Daarnaast willen we graag bij een groep horen, ergens goed in zijn en baas zijn over ons eigen leven. Wat we beslist niet willen zijn veranderingen die ons door anderen opgelegd worden; in heel veel situaties voelt dat alsof er iets van je afgenomen wordt. Én we willen niet dat wie dan ook tornt aan onze identiteit. We willen keuzevrijheid, meebeslissen en niet in onze autonomie beknot worden. We weten het wel, we weten ook dat niet alles zo zal gaan als wij willen, dat we ons moeten aanpassen en zo, maar er zijn grenzen!
Die grenzen komen heel veel dichterbij wanneer jij je tevens als gróep benadeeld voelt en/of wanneer het jouw directe kleine comfortzone raakt. Dan wordt het ‘wij tegen zij’ en staan we met de koppen tegenover elkaar.
Je snapt het al: We moeten van het groepsdenken en groepshandelen af. Zeker wanneer je maar kunt kiezen uit 2 groepen. Denk aan Republikeinen versus Democraten en Brexiteers versus Remainers. Maar denk ook aan links versus rechts, populistisch versus niet populistisch en nationalisme versus mondialisme. Het zijn ‘gemaakte’ groepen door de politiek en de media. ‘We’ zijn zo gemaakt. ‘We’ zitten op hockey of juist op voetbal. Op VWO/HAVO of VMBO. Etcetera….. We worden vaak bijna gedwongen om ergens bij te horen middels de gedachte ‘als je niet voor me bent dan ben je tegen me’.
Nou weet ik wel dat we politici en media niet zomaar kunnen veranderen. Ook ons eigen ‘mediagedrag’ zullen we niet zo snel aanpassen. Wat we ook niet snel zullen doen is toenadering zoeken tot andere groepen. Maar hoe zit het met toenadering zoeken tot een individuéél persoon uit de andere groep? Sommigen doen dat al, meestal als goedbedoelende ‘hulpverlener’. Iets wat maar beperkt werkt en anderzijds vaak aversie oproept (betweters, gutmenschen, …..).
De oplossing die wél werkt: Wederzijdse afhankelijkheid, elkaar nodig hebben, van persoon tot persoon. Niet zo zeer samen leven in dezelfde wijk of samen sporten in hetzelfde team (we willen nu eenmaal bij ónze groep zijn), maar samen wérken en in organisáties zitten. Of vóór elkaar werken. Erváren dat je elkaar nodig hebt. Het geeft iedereen de gelegenheid om in elkaars nabijheid te zijn, elkaar te ervaren, te zien dat de ander ‘best meevalt’ en uiteindelijk in gesprek raken. De ander is plotseling niet meer anoniem!
Uit jarenlange ervaring wéét ik dat het werkt. En nee, niet altijd (maar wel vaak). Je krijgt steeds meer begrip en respect voor de manier van leven en de ideeën van mensen ‘uit de andere groep’. Je gaat uiteindelijk anders kijken naar die andere groep. Wellicht realiseer je je dan dat ‘die andere groep’ helemaal niet zo anders is. Dat die andere groep vooral ‘anders’ gepositioneerd is door politiek en media……. Maar vooral, zie de 2e alinea, hetzelfde wil en niet wil als jijzelf en jouw groep!
Heel misschien gaan we op die manier stukje bij beetje allemaal het zelfde verhaal geloven en leven. Gaan we minder behoefte hebben aan ‘lekkere’ verhalen die jou goed passen, die met verve gebracht worden maar vaak vol zitten met valse beloftes en erger. Misschien kunnen we dan, samen, echt iets aan het klimaat doen………
Rob Franse, 24 juli 2019