Verwondering is het middel tegen wanhoop en chagrijn

De wereld, groot en klein, overlaadt me met chagrijn……….Toch geniet ik! Zowel van het nu, als over de verwachtingen die ik heb over de toekomst.

Ben ik dan ieder moment even gelukkig? Neen, natuurlijk niet. Afgelopen week bijvoorbeeld was er genoeg ellende te lezen. Ik heb boze en geïrriteerde mensen meegemaakt. Bij mij zelf ging ook niet alles altijd goed. In toenemende mate zie ik overheid, instellingen en bedrijfsleven idiote beslissingen nemen. De mate waarin we als individu, als onbetrouwbare kleuters behandeld worden, neemt buitensporige proporties aan.

En nee, ik wil dit niet verder uitleggen. Ik wil er niet eens over praten.

Wat ik wel wil vertellen is een aantal redenen waarom ik geniet en waarom ik hoop heb.

Afgelopen week begon met een prachtig gesprek tussen 4 mannen over Nietzsche. En dan met name over “Aldus sprak Zarathoestra”. Bijzonder dat ik me daar nooit eerder in verdiept heb. Nietzsche legt uit dat ieder mens zich, idealiter, ontwikkelt van kameel via leeuw naar het zich weer verwonderende kind. En dat er maar één echte tegenstander is: De draak (de draak symboliseert de verstikkende overheid, bureaucratie en andere beperkende zaken). Nu begrijp ik ook plotseling beter waarom veel mensen zich niet ontwikkelen tot leeuw en/of zich verwonderend kind. Middels hun opvoeding leren ze nauwelijks de lasten van de kameel te dragen; het blijven ezeltjes, soms zelfs met oogkleppen op. En dat soort ezeltjes zal altijd bang blijven voor de draak. Een beetje zeuren, een beetje door gaan, en mopperend doen wat de draak zegt. Zo kom je dus niet tot verwondering. Terwijl verwondering toch het absolute begin is tot verdieping, verandering en genieten.

Afgelopen donderdag was ik weer vol verwondering. We liepen gevieren, met hond, door het Vondelpark. Een volstrekt ongeregeld gebeuren in een prachtige lentezon. Zeer veel mensen en honden van volstrekt verschillende soort, ieder met hun eigen authenticiteit, in complete harmonie met elkaar en de omgeving. Het grote geheim naar mijn smaak: Niemand die een ander regels oplegde!

Ik denk te begrijpen hoe en waarom de wereld, onze wereld, is zoals die nu is. Daar wordt je niet altijd even vrolijk van, maar door me er in te verdiepen begrijp ik het wel. En middels dat begrip is er ook minder reden tot boosheid. Nog sterker: De boosheid neemt af.

En bovenop die afnemende boosheid begin ik ook steeds beter te begrijpen waarom een heel aantal zaken die nu niet lekker gaan, straks zullen verbeteren. Wij mensen, en zeker de groep onder de 30, leren stukje bij beetje de draak beter te begrijpen. We herkennen niet alleen haar grootte, maar ook haar zwakheden. Let op: Er staan straks nieuwe Sint Jorissen op om de draak te verslaan, of in ieder geval terug z’n hok in te krijgen. Sint Joris staat namelijk pas op, op het moment dat de draak echt vervelend wordt……..

Dus er is hoop? Ja, er is hoop. Kunnen we dan nu al genieten? Ja, wanneer we de hoop laten prevaleren boven de angst van “wat een ellende en alles wordt steeds slechter”. Na regen komt zonneschijn. En met de regen van gisteren en vandaag zie je Nederland met het uur groener worden. En dus hebben we straks wanneer de zon weer schijnt niet alleen zon, maar ook meer groen; en wellicht bloei.

Verwonderen-verdiepen-samen-bouwen-en genieten…………..

Dag chagrijn, dag draak. Kom maar op. We maken onze fantastische wereld zelf fantastisch.

 

Rob Franse, 26 april 2014

 

M’n eigen plekje: Een superplekje

Al weer 10 dagen geleden schreef ik in “Leuk!, ik heb er zin in”, een stukje enthousiasme op. En ja, vrijdagavond was oergezellig. Mooi maal, goede wijn, prima sigaren en heerlijk gezelschap. En ook zaterdag ging goed van start…….Maar ja, hoe gaan dingen als je iets echt mooi wilt maken. Aan het eind van de dag blijk je nog flink wat werk over te hebben (sommigen zouden het tijd tekort noemen). Het werd dus nog een paar dagen doorwerken, maar ons nieuwe superplekje staat!

En is het daarmee ook af? Zit ik er al naar m’n zin? Nee, natuurlijk niet. Je hebt een beeld in je hoofd (een droom zo je wilt), en in dat beeld zie ik bijvoorbeeld volgroeide klimplanten en een complete aankleding. Misschien is dit wel één van de mooiste momenten van een eigen plekje; de basis staat en in je dromen zie je het eindresultaat. Werken aan dat resultaat maakt de wereld wat mij betreft zo geweldig leuk. Daar is-ie-weer: Verwonderen-verdiepen-samen-iets moois bouwen-genieten. Van ons eigen plekje.

Ik weet wel zeker dat een eigen plekje voor iedereen erg belangrijk is. Zeker nu er bijvoorbeeld op veel kantoren flexplekken zijn. Er veel jonge werkenden zijn met flexcontracten. Zorgtehuizen gesloten worden.

Je eerste eigen plekje is bij mamma op schoot. Het volgende plekje is ergens onder de vleugels van pappa en mamma. In je puberteit ben je op zoek naar je eigen plekje (ja, dat geldt ook voor hangjongeren). Als oudere wil je niet meer verplaatst worden. En wanneer je geluk hebt dan hoeft dat ook niet meer. Maar de periode er tussen in wordt een steeds ingewikkelder periode.

Gedurende een heel lange tijd was het logisch om na je opleiding ergens (wellicht met partner) je nestje te bouwen. Vanuit dat veilige nest bouwde je verder. Dat gaf rust en geborgenheid. En energie. Ook voor diegene die begon met zwerven, wereldreizen maken en wat al niet meer, kwam ooit het moment van een eigen plekje. Toch mag je je afvragen of dat voor de generatie die nu onder de 30 jaar oud is, nog zo zal zijn. De verwachtingen van verschillende werkgevers, de verwachtingen in bepaalde beroepen, de verwachtingen in bijvoorbeeld de academische wereld, zijn steeds meer gericht op maximale flexibiliteit. Beleid en verwachtingen gericht op een leven lang studeren, ontwikkelen en daar heen gaan waar de volgende functie is.

En toch is dat raar. Het is raar gezien de aard van de meeste mensen (al vele eeuwen geleden zijn we gestopt met ons nomaden bestaan en ontstonden de eerste nederzettingen) en het is raar vanwege de zich nog steeds in sneltreinvaart uitbreidende mogelijkheden om altijd en overal met iedereen te communiceren……………………

Ik moet daar eens verder over nadenken. En dat ga ik doen op m’n eigen plekje. Ik wel. Wat een voorrecht!

 

Rob Franse, 19 april 2014