Vrijheid gaat niet samen met democratie

Vrijheid is namelijk altijd bevochten. Wij Nederlanders hebben dat gedaan ten koste van de Spaanse koning, de Fransen, de Duitsers, de adel, de kerk de ….. en dat waren geen democratische processen. De Indonesische vrijheid is bevochten op Nederland; ook al geen democratisch proces.

Vervolgens hebben de overwinnaars (= het volk?) ‘de democratie’ uitgeroepen. Geen democratisch proces op zich maar wel op weg naar democratie. Althans, de directe ‘noodmaatregelen’ genomen door ‘de nieuwe machthebbers’ worden op termijn opnieuw bezien door een gekozen volksvertegenwoordiging die middels algemeen kiesrecht is verkozen. Dat betekent dat we op twee manieren vrij zijn. We zijn vrij van de overheersende mogendheid en we mogen allemaal onze stem uitbrengen op alles en iedereen die tot onze eigen natie behoort.

Zijn we vervolgens ook vrij om te doen en te laten wat we willen? Neen. Zijn we vrij om wel of niet naar school te gaan? Neen. Zijn we vrij om tegen het verkeer in te rijden? Neen. Onze vrijheid knotten we zelf (via de door onszelf gekozen overheid) in omdat er anders niet te leven valt. Die door ons gekozen overheid (en haar handhavers) accepteren wij mits deze overheid voldoende rekening houdt met onze wensen en belangen. Omdat onze belangen verschillen zal er altijd naar een compromis gezocht worden waarbij rekening gehouden wordt met minderheidsstandpunten.

Om die overheid te laten functioneren heb je verstandige en fatsoenlijke mensen nodig die zich ook nog eens verstandig en fatsoenlijk gedragen en daarmee tevens het voorbeeld geven. Om dat te kunnen hebben ze een zekere opvoeding en opleiding nodig plus voorbeeldgedrag van opvoeders en opleiders.

Diegenen die op deze mensen stemmen (wij allemaal dus) zullen deels hetzelfde nodig hebben aan opvoeding en opleiding plus voorbeeldgedrag om een goede keuze te kunnen maken tussen de verschillende kandidaten. De stemmers hebben daarmee dus de verplichting om zich met voldoende kennis te verdiepen in de kandidaten en hun programma’s. Niks geen vrijheid dus, maar verplichtingen om de democratie op fatsoenlijke manier te behouden.

Zo bezien zijn we dus nooit vrij om te doen en laten wat we willen. Iets waar we uiteindelijk zelf voor gekozen hebben. Toch beschouwen steeds meer natiegenoten zich nauwelijks gebonden aan die verplichtingen. Velen willen, in ieder geval voor zichzelf en de hunnen, méér vrijheid. Nog sterker, velen wíllen dat niet alleen maar némen die vrijheid ook. Wellicht némen ze die vrijheid wel in het verlengde van wat ‘voorbeelden’ bij de overheid zelf immers ook doen, toch?

Vervolgens hoor je velen van ons roepen dat ze meer vrijheid én meer inspraak en zeggenschap willen, vertaald als meer en meer directe democratie.

Nou, ik wil dat niet!

Wat ik wil zijn beter opgevoede, beter opgeleide en fatsoenlijkere kiezers om zodoende betere overheidsdienaren te krijgen die vervolgens het goede voorbeeld geven. Ik wil niet in een situatie komen dat een deel van mijn natiegenoten het verstandig vindt om op democratische (?!) wijze een Trump of zo’n soort iemand te kiezen die vervolgens als voorbeeld dient voor… Ja, voor wie allemaal wel niet.

Hoe je dat oplost? Met goed onderwijs en goede opvoeding. Iets waar tijd voor gemaakt móet worden. Dat kost (dus) geld, vrije tijd én vrijheid.

Denk daar maar eens over na.

Rob Franse, 7 oktober 2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *