Doei betutteling!

Ik dacht het woord ‘doei’ nooit te zullen gebruiken, maar daar is ie dan toch. En wel hierom:

In mijn eerste levensjaren, eind jaren ‘50/begin jaren ’60 mocht er niets en moest er van alles. Op zondag verplicht een dasje om, je kleren niet vies maken en opgedirkt naar opa en oma. In de klas met je armen over elkaar zitten. Grote mensen niet tegenspreken. Niet voetballen op het plantsoen (waar toen heel lage ijzeren hekjes omheen stonden). Precies doen wat de juf, de meester, meneer agent, de dokter en wie al niet meer jou vertelden.

Precies dat hebben we op een geweldige manier tot aan de grond toe afgebroken. Het kostte veel tijd en energie, maar zo rond m’n 15e (begin jaren ’70) mocht echt alles. Dus niet alleen spijkerbroeken, minijurkjes en vrije seks, maar ook TV kijken (Sjef van Oekel), zoutjes eten, frisdrank drinken, naar de snackbar gaan en niet veel later naar iedere mogelijk kroeg of jeugdhonk waar alcohol en sigaretten standaard waren. Op de brommer of in de auto met drank op maar zonder veiligheidsriemen, kreukelzones of snelheidsbeperkingen. Wat bleef waren zaken als suiker, vet en vervuiling (vrachtauto’s, vliegtuigen, lozen op open water) maar dan in extra grote mate.

Ik ben het met iedereen eens dat de hele boel in de jaren ’70 geweldig is doorgeslagen en dat er wat moest gebeuren. Maar het was wel helemaal supergaaf, blits en hip. Zeker wanneer je pakweg 17 jaar oud bent.

In al die jaren daarna ben ik gewend geraakt aan mijn vrijheid, m’n eigen keuzes en aan ‘leven en laten leven’. Natuurlijk, je paste je aan de snelheidslimieten aan, reed niet meer met alcohol op en rookte niet meer altijd en overal. Je gaf ook steeds meer aandacht aan het milieu, begon je afval te scheiden en je at minder en verantwoorder vlees.

Maar inmiddels slaan we volkomen door de andere kant op. Maar dan ook echt op zo’n manier dat we van gekkigheid niet meer weten wie we allemaal wel niet moraliserend en bestraffend moeten toespreken. Wat te denken van een ontsnapte koe waarvoor 50.000 Euro is opgehaald om het dier een goeie ouwe dag te geven? Er was niets mis met die koe; kon gewoon naar de slacht. Wat te denken van het redden van babyzeehondjes waarvan we er al veel te veel hebben? Het bijvoeren van grote wilde grazers onder doodsbedreigingen aan natuuropzieners? Een verbod op open haarden omdat er wellicht een paar kinderen zijn die er 1 of 2 keer per jaar een beetje last van hebben? Ik zweer het je: Het komt nog eens zo ver dat er een verbod komt op vliegenmeppers. Dat katten een muilkorfje krijgen en dat hun nagels wekelijks geknipt moeten worden. Dat het aansteken van kaarsen net zo’n verbod krijgt als sigaretten. Dat het verboden wordt om alles wat mogelijkerwijs slecht zou kunnen zijn voor een enkeling ook verboden wordt voor alle anderen omdat het anders zou kunnen aanzetten tot……..

Alsof er geen andere en grotere problemen op deze wereld zijn. Ga je zelf betuttelen. Maar geef me asjeblieft nog een beetje ruimte om ‘lekker’ mijn ongezonde en onverstandige dingen te doen. Anders komt het nog zo ver dat ik letterlijk sterf aan verkramping door betutteling.

In de jaren ’70 hebben we ons bevrijd van een beklemmend juk. Dat hebben we niet gedaan om er een nieuw juk voor terug te krijgen. Een misschien wel erger juk want meer moraliserend dan ooit tevoren.

Misschien moet ik wel, samen met wat andere anti-betuttelaars, een leegstaand bejaardentehuis kopen. Dat bouwen we dan om naar een plek waar je vrij kunt kiezen om te roken, te drinken, te snoepen, te luieren, te snacken en wat al niet meer. We noemen het villa Bachus. Of misschien wel het Dionysus huis. Wat dacht je van ‘Eindelijk mag het’?

Gezien onze leeftijd stel ik wel een aantal verboden voor. Geen mannen in korte broeken en blote bovenlijven en geen vrouwen in minirokjes of legging. Het zou de wijn spontaan doen verschalen.

Maar verder………..

Rob Franse, 16 maart 2018

Lentelieren

Lentelieren is iets prachtigs. Iets ondefinieerbaars wat beslist heel goed voelt. Iets wat je plotseling blijkt te doen zonder er over na te denken. Dat op zich is al mooi. Het voelt licht, luchtig, lichtvoetig, ruimte gevend en vraagt om meer. Je doet het lekker overal maar vooral in de achtertuin, op het balkon of op een terras. Je doet het alleen maar soms ook samen. Lentelieren laat alles er beter uitzien en dan vooral jonger en frisser. Alles lijkt een belofte. Een lichtvoetige belofte.
Moet het woord lentelieren in de Dikke van Dale? Helemaal niet. Nergens voor nodig.

Moeten we er een projectgroep voor oprichten? Beslist niet.
Moet je überhaupt iets met lentelieren? Nee. Dat is nu juist het mooie.
Kun je het dan tegenhouden? Ik in ieder geval niet. Nooit gekund ook.
Gaat het vanzelf over? Ja, helaas. Maar daar moet je vooral niet over nadenken.
Kun je samen lentelieren? Zeer zeker. En op meerdere manieren.
Is er een verleden tijd van lentelieren? Helaas, ja.
Is lentelieren besmettelijk? Ja. Het wordt overgebracht van mens op mens en soms ook van dier op mens. Het kan zelfs epidemische vormen aannemen.

Weet je wat ik de mooiste manier van lentelieren vind? M’n eigen gelentelier. Ongestoord.

Kortom: Ik wens jou de lentelieris toe. Lekker.

Rob Franse, 7 maart 2018