Juist omdat ik geen onbezorgd typetje ben heb ik al jong geleerd om een omgeving en momenten te creëren van onbezorgdheid. Of ik dat altijd op de meest verstandige en gezonde manier doe en deed is een tweede, maar het voelde meestal goed.
Voelde ja, want ik merk dat er steeds meer een zekere sluier over ligt. Iets unheimisch. Alsof je een vertrouwde weg loopt die niet meer dat vertrouwde heeft. Ik kom nog steeds op dezelfde plek uit maar zelfs dat voelt anders.
Opgegroeid in de jaren ’60 stapte je zonder enige schroom of scrupules in je auto, stak een sigaret op, geen veiligheidsriemen om, lekker muziekje aan, auto ergens voor de deur parkeren, neerploffen op een terrasje, grappen en grollen (ook over vrouwen, Belgen, Surinamers en wie al niet meer) en met net een beetje teveel drank op rokend terug in m’n vervuilende blik op wielen.
Of ik me daarvoor schaam? Nee. Of het goed voelde? Ja. Of ik het nu weer zou doen als het kon en mocht? Nee. Of het nu beter voelt dan toen? Nee.
Nee? Nee! Het voelt niet (!) beter. Veruit de meeste veranderingen, aanpassingen en verbeteringen voelen niet beter. Het was en is nodig, maar het voelt niet beter. Net zoals corona maatregelen niet ‘beter’ voelen. Discussies over verduurzaming, racisme en immigranten die nodig zouden zijn omdat wij vergrijzen doen mij niet ‘beter’ voelen. Het is allemaal hard nodig, maar het voelt niet lekker. En het is al helemaal niet onbezorgd.
Misschien is dat waar de schoen het meeste wringt. De reden ook waarom preventie zo’n moeilijk onderwerp is om uit te voeren. We moeten onze gewoontes, deels tijdelijk en deels structureel, aanpassen zonder zicht op nieuwe onbezorgdheid!
Misschien ligt daar wel de grootste uitdaging voor ons allemaal: Hoe kunnen we de vele noodzakelijke veranderingen doorvoeren en toch, zonder direct onverantwoord en egoïstisch bezig te zijn, voldoende momenten van lekkere onbezorgdheid ervaren. Onbezorgdheid zonder sluimerende schaamte.
Rob Franse, 9 juli 2020