Het begon met de Canadezen. En met Trees. Trees en haar vriendinnen vielen niet zo zeer op de Canadezen maar op datgeen wat de Canadezen konden leveren: Chocola, sigaretten, cola en dansavondjes. Welke jonge meid wilde dat nou niet?
Luisterde je naar deze lokroep, na 5 jaar ellende, of luisterde je naar de vrome en belerende praat welke jou vertelde vooral je eer te bewaren en die Canadees uit te nodigen in de warme familiekring?
Waren we vlak na de oorlog een samenleving die de wederopbouw wilde combineren met een betere wereld? Met meer saamhorigheid en gemeenschapszin?
Wanneer je dat aan terugkerende Joden of verschillende soorten mensen uit Nederlands-Indië had gevraagd dan denk ik zomaar dat velen hadden gezegd, of in ieder geval gedacht, het is hier ieder voor zich. En dat gold niet alleen voor die groepen.
Men wilde zo snel mogelijk weer normaal kunnen leven. Een plek om te wonen, anders dan bij je ouders inwonen. Normaal eten. Wat meubels. Een baan. Dat soort dingen.
Vanaf het moment dat het werkelijk wat beter met de economie ging (dank je wel aardgas!) wilden wij ook voor onszelf meer. Een heel menselijke reactie die ook nog eens versterkt werd door de ontkerkelijking. Geen pastoor of dominee meer die jou op zondag vertelde om toch vooral ook aan de gemeenschap (in meerdere opzichten) te denken.
De gouden jaren van de PvdA braken aan. Volgens mij niet zozeer omdat we allemaal zo socialistisch, laat staan sociaal, dachten maar omdat de PvdA ook de gewone mensen welvaart wilde geven in de vorm van pensioen, een sociaal vangnet, een huis en een auto. Werk bovendien wat vooral leuk was. De arbeider moest zich ‘ontplooien’ als individu. Als individu! Wie kon daar nou op tegen zijn?
Wat doet een individu wat zichzelf heeft kunnen ontplooien? Die inmiddels een zekere welvaart heeft? Die wil dat vooral niet kwijt! Die moet je niet aan het hoofd zeuren met multiculturele samenlevingen en saamhorigheid. Dat individu wil vrijheid en een overheid die zorgt dat zijn of haar welvaart en welzijn behouden blijft. Tsja, dan ga je al snel neo-liberaal denken. Zeker wanneer de leiders van die oude PvdA ook die kant optrekken.
En als het niet zo goed gelukt is met jouw persoonlijke welvaart? Dan kies je voor partijen die net als jij een beetje boos zijn. Je gaat op zoek naar schuldigen. Het laatste waar je in dat geval naar zoekt is een partij die pleit voor meer saamhorigheid en dat soort zaken. Eerst zelf een beetje welvaart.
Zo doordenkend is er eigenlijk niet zoveel verschil tussen Trees en haar vriendinnen, de arbeider van weleer, diegene die tegenwoordig z’n eigen welvaart probeert te behouden en diegene die het net niet gelukt is. Iedereen wil ‘ook’!
Daar staan we dan. Als individu en individueel. Op naar de 2e economische crisis in zo’n 10 jaar. Middenin een coronacrisis. In een duurzaamheidsuitdaging. In een discriminatie debat. Best belangrijk, zo zullen de meesten van ons denken en waarschijnlijk denken we dat oprecht ook.
Er is echter iets wat, vaak onbewust, een nog veel grotere rol speelt. Zeker wanneer we het zonder dominee of pastoor moeten doen. Die echt grote rol wordt gespeeld door ‘verleiding’.
Veel succes dus, met het zoeken van de balans tussen individuele verleiding en het belang van saamhorigheid.
Rob Franse, 25 juni 2020