Werken als sporters in de DDR. Eng!

Is het niet zo dat we sporters uit de DDR, het voormalige Oost-Duitsland, eigenlijk een beetje eng vonden? Ze zagen er geweldig uit, presteerden fantastisch en wonnen heel veel. Wat wij Westerlingen ook deden, we konden het op vele sportonderdelen nooit van hen winnen. We wisten dat ze ‘gebruikten’, naast een effectieve selectiemethode en slimme trainingen. We wilden er graag iets aan of tegen doen, maar het lukte niet.

Nu naderhand kun je je afvragen wat er van die oud sporters geworden is. Liggen ze fysiek compleet in de vernieling? Zijn het psychische wrakken? En hoe is het met al die sporters waar we nooit van gehoord hebben? Die net niet door de selecties kwamen?

De echte vraag is natuurlijk: Hoe was het met de overgrote meerderheid van dat land gesteld? Dat land met die fantastische sporters?

In het Nederland van nu wordt er door een aantal twintigers en dertigers niet alleen keihard gewerkt (intensief 60 uur plus per week) na één of meerdere stevige studies maar ook heel veel gedaan aan hun eigen fysieke gesteldheid. Ze trainen zich dagelijks suf, vaak al om 7.00 uur ’s ochtends om daarna zo’n 12 uur zeer intensief te werken en alle sociale media bij te houden. Je kunt simpel uitrekenen dat er op zo’n dag weinig tijd overblijft voor andere zaken. In het weekend wordt er waar mogelijk wederom intensief gesport én wordt er ontspanning gevonden. Niet zozeer middels een ontspannen biertje, wijntje of rokertje maar middels pillen en poeders die makkelijker te verkrijgen zijn dan pizza’s.

Het is de groep die door eerdere selecties gekomen is, qua opleiding, inzet, psyche en wat al niet meer, en nu volop meedoet aan de ratrace. Ze weten dat de winnaar de belangrijkste positie krijgt en het dikste salaris maar ze weten nog niet dat de eretitel ‘biggest rat’ is. Met de mogelijkheid van ‘niet winnen’ houden ze überhaupt geen rekening.

Misschien worden ze wel net zo goed en winnen ze net zo veel als die DDR sporters van weleer.

En als je het niet redt? Dat is voorlopig géén optie.

Hoe gaat het dan met de rest van de werknemers in Nederland? De iets minder begiftigde? De iets minder fanatieke? De mensen die ook nog iets anders met hun leven willen?

Hoe ging dat destijds met al die anderen in de DDR? Ze wachtten 12 jaar op hun Trabant…..

Zoals velen in Nederland nu 12 jaar wachten op een woning. Ze werken hard, voelen zich vaak uitgebuit, hangen tegen een burn-out aan en beginnen zo langzamerhand een beetje te protesteren. 55-Plussers kunnen het sowieso niet meer bijbenen. Ze zijn nog altijd bekwaam en willen nog altijd maar kunnen dit tempo gewoon niet meer aan. Net zo goed als ze niet meer zo goed kunnen sporten als op hun 25e, maar dat is nog wel te accepteren.

Eng hoor. Iedereen, jong en oud, slim en minder slim, met veel energie of heel veel energie, moet in het krankzinnige tempo mee.
Hoe is dat ook weer afgelopen met de DDR? En met haar bewoners? Hoe gaat dat straks aflopen met de Nederlandse werknemers?

Ik ben 63 jaar oud, heb hard gewerkt en heb voluit geleefd. Ik leef nog steeds voluit en kijk met voldoening terug. Ik ben nog steeds zeer actief en een volwaardig lid van deze maatschappij. Dáár gaat het volgens mij om. Het tempo van veel betaald werk kan ik niet meer aan. Dat heeft niets met mij te maken maar alles met het tempo wat is afgesteld op de meer dan ambitieuze topmedewerkers van rond de dertig jaar oud.

Nu vraag ik me af hoe de dertiger van nu straks op zijn of haar 63e terugkijkt naar toen en hoe hij of zij voldoening vindt.

Zijn wij straks een ex DDR?

Tsja…..

Rob Franse, 12 november 2019

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *