Vrijheid, gelijkheid en ………….?

Het was natuurlijk vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar die broederschap is inmiddels wel heel ver te zoeken. Zie bijvoorbeeld hoe broederlijk men in Groot-Brittannië met elkaar omgaat (met het parlement als mooiste uiting van die broederschap).

Vrijheid, gelijkheid en democratie dan? Maar ja, die democratie gaat geloof ik inmiddels vooral om ‘ik ook’ in plaats van ‘zij ook’. Ieder voor zich waarbij de hardst schreeuwende stemmen dubbel tellen, zeker wanneer je ook nog een willekeurige kleur hesje aantrekt.

Gelijkheid? In wat? In hoeveelheid beschikbaar maandelijks geld per persoon? In kansen? In ‘eindleeftijd’?

Vrijheid dan. Jawel! En dan vooral de vrijheid om zo ongemanierd mogelijk spierballentaal uit te slaan. We gaan allemaal een voorbeeld nemen aan ene Trump…… (ook sommige Nederlandse parlementariërs bewandelen inmiddels die weg).

Macht misschien? De macht om China en Rusland buiten de deur te houden? Minder afhankelijk te worden van Google en Facebook?

Even op een rijtje: Vrijheid, gelijkheid en broederschap? Aangepast naar machtsdemocratie? Wat je benadrukt door de juiste kleur hesje te dragen?

Fatsoen? Is dat er misschien eentje om toe te voegen? In ieder geval fatsoen in de zin van niet beledigend taalgebruik?

 

Misschien is het wel zo dat die mevrouw in dat gele hesje met dat bord waarop stond ‘ik ben het zat’ de enige was en is die de juiste toon aansloeg en aanslaat.

Ze is het zat! En wat doe je dan? Wat doe jij wanneer je het zat bent?
Je geeft er uiting aan. Ieder op zijn of haar eigen manier.

Maar daarna moet je verder!!! Dat ‘verder’ doe je volgens mij met aandacht, liefde en kracht. Zo kom je misschien wel op een herwaardering van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Een herwaardering van fatsoen, van macht en van democratie.

Misschien moet het die kant op. En daar kun je mooi zelf mee beginnen, zowel via jouw eigen gedrag als via jouw ‘stemgedrag’.

 

Rob Franse, 19 januari 2019

Hét grote voordeel van democratie

Vorige week schreef ik over ‘De onmogelijkheden van democratie en zelfredzaamheid’. Daar gaf ik een aantal redenen voor. Vervolgens kijk en luister ik van de week naar een fantastische DWDD University aflevering waarin het echt ongelooflijk is om te horen wat de techniek aan razendsnelle ontwikkelingen doormaakt. Helemaal op het eind wordt, bijna terloops, gezegd dat we er echter geen idee van hebben hoe onze hersens werken. Geen idee!

Naast een heleboel andere zaken betekent dat volgens mij dat we een steeds grotere afstand krijgen tussen technische mogelijkheden enerzijds en ‘hoe er mee om te gaan’ anderzijds. Dat ‘er mee omgaan’ is dus iets wat we nauwelijks wetenschappelijk kunnen onderbouwen. Ook blijken we vaak maar heel weinig aan onze gezamenlijke ervaringen op dit gebied te hebben (en als we dat al wel hebben dan gebruiken we het in praktijk nauwelijks).

Anders gezegd: We weten van veel zaken niet hóe we het moeten aanpakken, maar wel dát we het moeten aanpakken, zoals de tweedeling in de maatschappij, het klimaat en het gebruik maken van nieuwe technieken. Er valt dan ook veel te zeggen voor veel verschillende aanpakken -waarna je kijkt welke aanpak het beste werkt- in plaats van voor één algemene aanpak. En daar zou onze ‘gemankeerde’ democratie wel eens bij kunnen helpen! Meerdere partijen hebben meerdere ideeën. De ene gemeente pakt het anders aan dan de andere. Het ene Europese land probeert het linksom en het andere rechtsom. Ergens komen de beste oplossingen als vanzelf bovendrijven. Iets wat nooit lukt bij een veel meer centrale aansturing. Bovendien verwacht men van een centrale aansturing, zeker middels een zogenaamd sterke man, ook definitieve en juiste oplossingen. Hij zou het immers voor ons allen regelen! In een democratie verwacht niemand een absolute oplossing; steeds weer zijn er alternatieven. Bovendien mág je fouten maken. Dat geeft veel meer ruimte en kansen, zeker nu er op vele gebieden geen duidelijke oplossingen voor handen zijn !!

Wanneer ik er zo naar kijk dan is de vraag (dus) niet of we democratie moeten houden, maar hóe we deze aan de huidige tijd gaan aanpassen. Vorige keer had ik het over elkaar beter leren kennen. Daar geloof ik nog steeds in. En daar moeten we wat mij betreft aan toevoegen dat commentaar of een nee voortaan uitsluitend mag wanneer dit gevolgd wordt door een constructief alternatief wat samenbindend is en recht doet aan het gevoel van sociale rechtvaardigheid voor de overgrote meerderheid. Dat is waar volgens mij momenteel het meest behoefte aan is. We zouden kunnen afspreken dat alle voorzitters van bijvoorbeeld gemeenteraden en parlementen voortaan vooral dáárop sturen! Het zou het begin van een aanpak van ‘onze huidige polariserende manier van doen’ binnen democratie kunnen zijn…..Of ‘politiek vanwege de politiek’ in plaats van voor de bevolking. Wie weet zijn we dan wat minder machteloos dan we nu soms denken…….. Komt er misschien zelfs wat vertrouwen terug in de politiek.

 
Rob Franse, 11 januari 2019