In dialoog met de burgemeester over Respect. Of gemakzucht?

Ik mocht afgelopen maandagavond aanschuiven in de prachtige kamer van de burgemeester op Goudestein. Voor een dialoog-bijeenkomst over respect! De burgemeester was in dit geval gewoon Marc en hij was net als 9 andere inwoners en ik, deelnemer. Niet meer en niet minder. Gespreksleider was Marijke Zoetelief die o.a. als taak had een ieder aan het woord te laten komen (slimme vrouw overigens want bij de tafelindeling had ze mij naast zichzelf geposteerd zodat ze me op alle mogelijke manieren in toom kon houden).

Mooi zo’n initiatief. Een dialoog of gesprek is altijd goed en wanner het onderwerp “Respect” is dan wordt het alleen nog maar fraaier. Hoewel…… Iedereen aan deze ronde tafel bleek zeer fatsoenlijk en respectvol te zijn. Eigenlijk wel jammer in zekere zin.

In zo’n situatie komen er wat rare eigenschappen van mij naar boven. Niet alleen vertel ik al te graag hoe en wat respect volgens mij is, maar ik begin ook uit te proberen, te prikkelen en te zoeken. Zoals zo vaak in zo’n zoektocht aan een tafel met geïnteresseerden zegt er dan iemand iets wat écht mijn aandacht trekt. In dit geval was het de jongste deelnemer, 24 jaar oud, die ons allen uitleg gaf over de gemakzucht van zijn leeftijdsgenoten. Het heeft me niet meer losgelaten.

Wat respect en gemakzucht met elkaar te maken hebben? Veel, zo bleek mij. Gemakzucht, zo werd mij uitgelegd, heeft vooral te maken met oplossingen die direct onder handbereik (inderdaad, de smartphone) zijn, weinig moeite kosten, weinig tijd kosten, eenduidige makkelijke antwoorden geven zonder er over na te hoeven denken en, dat is heel belangrijk, passen bij jouw beleving en instelling. Niets dus wat jou zou kunnen prikkelen of tot nadenken zou kunnen aanzetten…………….

Niets (!) dus waardoor jij respect zou kunnen opbrengen voor mensen met andere meningen of met ander gedrag. Ik heb geloof ik goed begrepen dat het zelfs aanzet tot meer gemakzucht (lekker, ik heb het al zo druk en ik vind het al zo ingewikkeld)en nog minder kritisch luisteren.

We zijn een stap verder gegaan door te zoeken naar wat dan wel een verbindende factor kan zijn (gemakzucht blijkt een afbrekende factor zoals duidelijk mag zijn). Zo kwamen we er op dat het eigen gezin voor iedereen héél belangrijk is. Bijna gingen we in de fout in door dit al te gemakkelijk te vertalen in “ieder gezin wil gelukkig zijn”. Een vertaling die natuurlijk voortkomt uit een vanzelfsprekende en niet herkende arrogantie: Wij vertalen het “voor je gezin opkomen” in “onze definitie van geluk”. Misschien geldt voor heel veel gezinnen wel iets heel anders dan onze definitie van geluk. Misschien komt hun “geluk” wel voort uit voldoende eten. Geen schulden. Geen geweld. Misschien wordt er door zulke gezinnen wel gedacht……. Kijk, daar ga ik al; ik ga het voor hen invullen.

Wederom realiseer ik me mijn luxe positie. Ik heb voldoende eten, ik heb geen schulden en ik heb geen last van geweld. Wie ben ik dan om te vertellen waar andere gezinnen, die ik helemaal niet ken, behoefte aan hebben?

Meer en meer kom ik er achter dat mijn respect niet verder reikt dan de mij bekende omgeving. Over het onbekende weet ik simpelweg te weinig om er iets van te snappen, laat staan er respect voor op te brengen.

Samengevat: Ik (en/of wij) weet te weinig van anderen om oprecht te kunnen zeggen dat ik respect voor ze heb. Daarbij helpen gemakzucht en smartphones al helemaal niet! Ze trekken me slechts terug in m’n eigen veilige omgeving. Ja, ik heb, geloof ik, respect voor wie en wat ik ken. Meestal…… Of in ieder geval begrip…… Of ik respect heb voor wat ik niet ken? Of erger, voor wat mij eenzijdig wordt voorgeschoteld?

Soms verlang ik zelfs dat ik wat meer gemakzucht zou hebben. Het duurt nooit erg lang, maar toch. Wat me steeds duidelijker wordt is dat gemakzucht op zich helemaal niet zo’n kwalijk iets is. Zolang je dan ook maar geen mening, laat staan disrespect hebt.

Denk daar maar eens over na!

 

Rob Franse, 18 januari 2017

Wees niet zo bang voor “gekaapte” ideeën. Verschillend behandeld worden mag!

Ooit zei Youp van ’t Hek dat hij “Tsjakkaaa” niet meer kon zeggen omdat “iemand anders” zich dat tot zijn handelsmerk had gemaakt…..

Ik moest daar aan denken vanwege een aantal reacties op mijn mail van vorige week  over een klooster nieuwe stijl en een aantal artikelen in de media. Dan gaat het vooral om ideeën van Wilders, van Trump en het gaat over Telegraafkoppen. Eerlijk gezegd begrijp ik dat ook wel. Door bepaalde ideeën, gedachten en meningen op een bepaalde manier en met een bepaalde toon te uiten krijgen ze een lading waardoor vele anderen er niet eens meer over willen denken, laat staan praten. A la Youp dus. En nee, ik ga de voorbeelden niet geven.

Terug naar het kloosteridee. Je mag ook het woord “hofje” gebruiken of “campus” of …….. Want wat is er fout aan verschillende groepen mensen verschillend behandelen? Bij een voetbalvereniging krijgen de spelers uit het 1e een andere behandeling dan die uit het 23e; vindt iedereen logisch. Aan een masterstudent stel je andere eisen dan aan een MBO leerling. Van een beroepschauffeur verwacht je andere kwaliteiten achter het stuur dan van je tante. Toch?

Toen ik 10 jaar geleden in Amsterdam werkte maar veel in Zwolle kwam viel het me op dat er in Amsterdam een bedrijfsrestaurant was met veel snelheid en dat het restaurant in Zwolle vooral leek op het onderkomen van de biljartvereniging. Een Groninger die ik belde zij “jaja” en bedoelde dat hij even wilde praten (wat heel wat is voor een echte Groninger) terwijl de Maastrichtenaar met “jaja” stomweg “nee” bedoelde. Met Rotterdammers ga je anders om dan met Amsterdammers. Plattelanders wonen niet voor de grap op het platteland en stedelingen niet voor de grap midden in een grote stad.

Of ik anders omga met een Brabander dan met een Amsterdammer? Ja! Anders kom ik niet tot zaken. Of ik anders omga met een oude oma dan met een weerbarstige tiener? Ja! Of ik als vrijwilliger anders met mensen omga dan als professioneel marketeer? Wat dacht je?

Hou je vast, we gaan een stap verder! Of ik met een asielzoeker anders omga dan met een geboren Maarssenaar? Natuurlijk. Of ik anders omga met een homo dan met een hetero? Soms wel ja. Of ik anders omga met een zwaar Christelijk iemand dan met een humanist? Zeker. Of ik anders omga met een streng gelovige Moslim dan met een Christen? Allicht. Weet je hoe dat heet? Je aanpassen!

Terug naar m’n verhaal van vorige week over het klooster. Of zo je wilt hofje, of campus……… Wanneer mensen zo verschillend zijn dan is het toch wijsheid om zo te gaan wonen en leven dat je elkaar geen overlast bezorgt? Niet om elkaar nooit (meer) tegen te komen maar wel om, ieder op zijn of haar eigen manier, zo prettig mogelijk te leven? Met op punten gelijkgestemden? Ik denk zo maar dat de meesten van ons dan veel meer tot hun recht komen.

 

Daar over doordenkend: Waarom geldt voor iedereen, ongeacht het beroep, dezelfde pensioenleeftijd? Waarom geldt voor alle kinderen de plicht om naar school te gaan maar mogen ze wel heel verschillende ideeën en overtuigingen voorgeschoteld krijgen? Waarom mag iedereen met een rijbewijs de snelweg op en/of met gladheid rijden? Waarom mag iedereen zeggen wat hij wil, zonder te weten bij wie het terecht komt (en hoe er dus op gereageerd wordt)? Waarom telt ieders stem bij stemmingen voor 1? Waarom mogen we überhaupt allemaal overal over stemmen?

 

We leven in een overgangstijdperk met vele onzekerheden en snelle veranderingen. Misschien is het wel een tijd om wat meningen te herzien en op wat andere manieren tegen zaken aan te kijken. Daarbij zou het zo maar eens kunnen zijn dat bepaalde ideeën van mensen en partijen die we niet zien zitten wel degelijk goed kunnen zijn. Maar ik weet het; het kost mij ook moeite om dat toe te geven. Het begint, denk ik, met het niet “laten” kapen van je ideeën. Met niet te snel betitelingen als populisme, fascisme of gutmenschen ergens op te plakken.

Goed naast elkaar leven kan zo maar eens beter blijken te werken dan slecht samen leven. Onder voorwaarden natuurlijk…………………….

 

Rob Franse, 12 januari 2017