Roeptoeters pas op!

Ze zijn groeiend in aantal. Groeiend in volume. Ze krijgen steeds meer steun van alle soorten media. Ze worden steeds vaker geloofd. Soms zijn ze grappig. Meestal zijn ze irritant.

Roeptoeter betekent volgens het Algemeen Nederlands Woordenboek: ‘Iemand die luidkeels en ongenuanceerd een mening verkondigt over iets’. Dit type is voor een deel van ons wel herkenbaar. Daarmee ook redelijk ongevaarlijk. Veel gevaarlijker worden roeptoeters wanneer ze iets minder luidkeels worden. Nog gevaarlijker worden ze wanneer ze ongenuanceerde meningen verkondigen verpakt in een zweem van deskundigheid. Ook gevaarlijk: Al het bovenstaande verpakt in een vorm van op het oog oprechte verontwaardiging.

Hoe ik daar op kom? Ik las op de voorpagina van het AD dat een gemeenteraadslid iemand een keiharde racist vond omdat die iemand ‘geen moslims’ op een huis had geschreven. Dit raadslid is dus een roeptoeter. Een moslim behoort niet tot een ras maar tot een geloof (en racisme gaat niet over geloof maar over ras). Daarnaast kun je vermoeden dat de schrijver zich zorgen maakt -dan wel angstig is- dat zijn manier van leven in de verdrukking komt. Terecht of niet. Je zou de schrijver van deze kreet dus bang en ongenuanceerd kunnen noemen. Onfatsoenlijk reken ik ook goed. Radicaal (ook zo’n lekker woord voor roeptoeters) gaat mij alweer een stap te ver.

Afgelopen week waren er veel roeptoeters die een mening verkondigden over Amerikanen die protesteerden tegen het weghalen van beelden die herinneren aan het ‘Oude Zuiden’. Echt onvoorstelbaar hoe ‘redelijk links’ de meest ongenuanceerde bewoordingen wist te vinden voor iedereen die protesteerde. Lekker verontwaardigd doen, polariseren en iedereen (!) over één kam scheren. Het doet me een beetje denken aan de manier waarop sommigen in Nederland menen te moeten toeteren over de zwarte pieten discussie. Ik ben benieuwd wanneer wij ongefundeerd gaan discussiëren over liederen als ‘de zilvervloot’.

Ja, iedereen heeft recht op zijn of haar eigen mening. Bij de meesten van ons blijft het ook bij meningen (we zijn te belazerd om even na te zoeken of hetgeen wij menen enig hout snijdt; of de gebruikte woorden überhaupt betekenen wat ze volgens ons betekenen). Maar om ongefundeerde meningen te gaan rond toeteren? Wat mij betreft is dat méér dan domme gemakzucht. Het heeft in vele situaties kwalijke en onvoorziene gevolgen, zeker wanneer je ongefundeerde meningen toetert vanuit een zekere autoriteit.

‘Soms zijn ze grappig’ schreef ik in aanvang. Wat dacht je van sommige sportcommentatoren? Bijvoorbeeld bij het speerwerpen? Maar ja, daar hebben ze niet eens een doel, dus dan maar gooien en zien hoe ver je komt. Nabesprekingen van wedstrijden zijn misschien wel de ultieme plek voor roeptoeters. Doet er niet toe wat je zegt als het maar lekker bekt!

Misschien is dat wel een geweldige oplossing voor alle roeptoeters: Beperk je tot het beschouwen van sportwedstrijden! Wordt een leuke combinatie ook: Roeptoeters en droeftoeters samen.

Rob Franse, 22 augustus 2017

Hoe moet ik verder?

Kan ik nog wel verder?

Ruim 2,5 jaar geleden begon ik met Prikkels voor de grijze massa. Ik schreef toen:
‘Prikkels voor de grijze massa is een, met de nodige (zelf)spot geschreven, blog. Het zijn veelal hersenspinsels welke ontstaan zijn door me te blijven verbazen over wat er met ons gebeurt in deze wonderlijke wereld’.
Verbazen dus. Verwonderen zo je wilt. In ieder geval niet “je ergeren”. Laat staan je zorgen maken.

Dat is in die 2,5 jaar steeds moeilijker geworden. Zeker wanneer je in de krant leest “DE FAKKELS ZIJN TERUG”.

Hoe moet ik zo’n artikel, maar nog belangrijker de gebeurtenis zelf, relativeren? Het lukt me niet om me te verwonderen. Het lukt me niet er een positieve draai aan te geven. Niet elk nadeel heb z’n voordeel zoals een bekend Nederlands filosoof ooit zei. Mannen met fakkels zijn gewoon eng; ze maken me bang!

Toch ga ik het proberen: Ik realiseer me dat deze mannen er altijd zijn en zullen zijn; in ieder geval latent. Is het dan beter ze “ondergronds” te laten of te houden? Jazeker. En om vele redenen. Veel belangrijker lijkt het mij echter om ze geen réden te geven. Geen aanleiding. Nu zal je zeggen dat de geest uit de fles is en dat je die er niet zomaar weer in krijgt. Dat is waar. Waarschijnlijk hebben ze ook een zekere aanzuigende werking, zowel op randfiguren als op wanhopigen. Ook tamelijk vervelend. “Gelukkig” gebeurt het niet hier maar daar, ver weg. Je kan dus zeggen dat wij nog een heel klein beetje tijd hebben om er van te leren zodat we het hier kunnen voorkomen.

Hoe zou dat te voorkomen zijn? Ik heb een aantal ideeën:
• Verklein de verschillen tussen rijk en arm. Interesseert niet hoe. (dus niet opheffen maar verkleinen)
• Zorg voor perspectief (!) voor iedereen. Een reëel haalbaar perspectief
• Koester onze democratie inclusief ons veel partijen stelsel en onmogelijke kabinetsformaties
• Breid de onafhankelijke rechterlijke macht uit. Gooi er geld tegenaan. Laat ze zich ook veel meer bemoeien tegen elke vorm van haat zaaien, ook op internet en social media. Doe in het verlengde daarvan ook iets aan de politie
• Verander de 1e kamer in een groep niet politieke maar wel ervaren mannen en vrouwen die hun humane sporen hebben verdiend. Hun taak wordt het vooral om de regering en de 2e kamer steeds weer te toetsen op bovenstaande lange termijn doelen die verder gaan dan onze grondwet. Inclusief mogelijkheden om in te grijpen
• …………….

Verbeter de wereld en begin bij jezelf. Dat is mooi gezegd en gedacht. Maar om bovenstaande ideeën te implementeren heb ik meer nodig dan alleen mijzelf. Wat heb ik dan nodig?

Ik denk een politieke partij en media die dit waar kunnen maken. In aantallen hebben we genoeg partijen en media……. Géén daarvan komt helaas in de buurt (en al helemaal niet als het op uitvoering aankomt) van wat ik denk nodig te hebben.

En nu?

Rob Franse, 16 augustus 2017