Doel van het leven: Beter mens worden!

Is dat voor iedereen bevredigend en haalbaar? Ja. Mits!
Wanneer we naar de afgelopen 2800 jaar kijken dan zegt eigenlijk iedere filosofie en ieder geloof over de hele wereld ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’. Deze regel heet dan ook niet voor niets de Gulden Regel.

Middels die regel kun je dus zeggen: ‘Beter mens worden’ kan alleen wanneer je het samen doet.

Wat betekent ‘Samen’ dan? Het betekent dat iederéén mee móet kunnen doen op de gebieden ‘bestaanszekerheid’ en ‘het hebben van reële hoop voor jou en de jouwen’.

Hoe je dat als gemeenschap doet? Allereerst door te zorgen dat er een gezonde economie is (er moet geld verdiend worden en er moeten producten en diensten geleverd worden) en er een gezonde en veilige omgeving is.

Kan iedereen dat even goed? Neen! Sommigen zijn daar veel beter in dan anderen. We zijn op dat gebied heel erg ongelijk. Is dat erg? Nee hoor. Ik applaudisseer bovendien graag voor diegenen die bovengemiddeld presteren. Ik ben ze zelfs dankbaar en gun ze hun revenuen.

En wanneer je wat minder goed kan presteren? Iets wat voor zeker 90% van ons geldt! Dan maak je een deal met de toppresteerders. Je biedt hen diensten aan waar ze zelf geen tijd voor hebben of waar ze zelf minder goed in zijn. Daar krijg jij dan weer geld, producten, diensten en waardering voor.

Maar als dat verschil tussen de top en de anderen nou te groot blijft? En als sommigen tot velen daardoor te weinig bestaanszekerheid hebben en te weinig reële hoop? Dan zul je die toppresteerders (of in sommige situaties mazzelaars) moeten bewegen een wellicht naar hun gevoel (!) onevenredig deel van hun bezit of verdiensten toch af te staan ondanks het feit dat ze daarvoor geen tegenprestatie krijgen.

Vroeger was dat op zich makkelijker dan nu. Een kerkelijke instelling kon rijken wat makkelijker overtuigen – met het geloofsboek in de hand- om de gemeenschap ‘te helpen’. Die ‘rijken’ zagen daar vrij direct het effect van omdat men elkaar in die kleine gemeenschappen vaak tegen kwam. Ze zagen voor wie ze het deden. Een kerkelijke instelling kon daarnaast er wat ‘bovenop’ doen zoals een extra mooie zitplaats in de kerk.

Nu is het allemaal behoorlijk onzichtbaar geworden. Wie doet wat voor wie? Wat staat er tegenover? Hoezo plichten en rechten? Maar ook: Waaróm zou je -aan welke kant je ook staat- je plichten nakomen? Vanuit je geloof? Je overtuiging? Bildung? Je visioen? Via wetten alleen kom je er niet! Wanneer die niet ingebed zijn in een overtuiging ‘dat het redelijk’ is zullen wetten zoveel mogelijk ontdoken worden.

Wellicht moet je als gemeenschap, als individuen en als bedrijven/instellingen trots genoeg zijn op het feit dat je hier mág leven, wonen en werken. Dat je voor jezelf moet zorgen én voor je omgeving. Dat zou een eis moeten zijn aan alles en iedereen. Dus wel goede winst maken maar dit ook goed herverdelen (wat geldt ook voor vermogenswinsten)! Anderzijds moet je dan, om recht te hebben op deling, wél aan een aantal minimum gemeenschapseisen voldoen. Het moet ook duidelijk zijn wat er van wie naar wie gaat (‘er komt de facto niets van de overheid’).

Waar moet je dan voor zorgen? Zinvolle opleidingen (geestelijk (!) en economisch voor echt íedereen) met de bijna zekerheid/het vooruitzicht dat je daarmee jezelf kunt voorzien en mee kunt doen in/aan de gemeenschap. Dat je echt begrijpt hoe het werkt in deze wereld.

‘Meedoen’ betekent bijvoorbeeld de zekerheid van huisvesting en gezond voedsel, zaken die ver uitgaan boven culturele kwesties of identiteit. Hiermee schep je de voorwaarden voor inclusiviteit. Tevens de voorwaarden dat iedereen gewaardeerd kán worden. Met daarbinnen (!) een plek voor jouw eigen manier van leven.

Let wel: Daar bovenop valt dan weer veel te betalen uit de besparing op kosten van (preventieve) gezondheidszorg en (voorlichting/bewustwording) op het gebied van klimaat. Zorg dat het helpt bij bestaanszekerheid! Zo zorgen een gezonde manier van leven (preventie) en een gezonde manier van omgang met ons klimaat onmiddellijk (!) voor directe voordelen voor iedereen persoonlijk.

En de politiek? Die zou het niet meer herkozen worden’ als optimum moeten zien. Je gaat de politiek in vanuit een ‘gewone’ baan om ‘te dienen’. Hoe beter je dient, hoe eerder je klaar bent en verder kan met waar je mee bezig was. Zoals de Amerikaanse rector magnificus die terug mag naar zijn of haar vak.

In een gemeenschap is het essentieel dat er éisen gesteld worden aan iedereen in de vorm van verplichtingen. In geld en/of in natura en naar draagkracht. Ten behoeve van de gemeenschap. Zo heeft iedereen belang bij een goede winstgevendheid (in bedrijfswinst, individuele winst en vermogensgroei) míts deze goed verdeeld wordt.

Door bovenstaande hoef je elkaar ook niet meer moreel de maat te nemen. Dat scheelt heel veel frustraties en irritaties en doet mensen sneller bewegen richting gemeenschapszin.

‘Beter mens worden’ kan. Iedereen kan het. Mist we het aandurven hárde afspraken te maken over plichten richting de gemeenschap die breed erkend worden als ‘voordelig voor iedereen’.

En zo denk en droom ik voort ……..

Rob Franse, 25 september 2021

Intens genieten terwijl je je echt beroerd voelt.

Het zat ook allemaal tegen. Ik moest harde keuzes maken. Het lijf wilde niet. Het hoofd wilde maar half. Het was teveel. Teleurstellingen werden echte teleurstellingen. Of het nou om de wereld in het algemeen ging of om m’n eigen kleine omgeving.

Tot ik tegen vijven, ik zat net een paar minuten achter in de tuin, zag hoe een bijzondere lichtval de laatste bloemen op een bijzondere manier bescheen. Zelfs de nagenoeg uitgebloeide bloemen gaven een kleurenpracht zoals je die uitsluitend in de naderende herfst kan tegenkomen. Langzaam realiseerde ik me dat m’n huid de warmte van de al vroeg ondergaande zon overnam. Een vlinder zocht langzaam haar weg. Uit de vijver klonk een eerste aanzet van een kikker. Sommige wingerdbladeren gaven in dit licht al een felrode gloed. In gedachte zag ik de egel die ons gisterenavond laat kwam bezoeken. Een egel die zich tevreden rond at op weg naar een mooie winterslaap.

De wijn, een al wat oudere Garnacha, had naast een miniem fruitje lichte tonen van bosgrond en mos en paste zodoende perfect bij de paddenstoelrisotto, afgemaakt met een krokantje van oesterzwam en knoflook.

Er was niets meer te wensen over. We waren intens tevreden en stomweg lief met elkaar en voor elkaar. De vermoeidheid, de ongemakken en de irritaties waren voor even verdwenen.

En of het toeval er mee speelde: ’s Avonds was er een prachtig programma over Franse chansons, natuurlijk opgenomen op de juiste plekken in Parijs, waar het leven en de melancholie vanafdroop. Na afloop liep ik in alle rust de tuin door. De laatste druppels Armagnac en een heerlijke sigaar versmolten met de wat zwaarder wordende avondlucht.

Een diepe weemoedige zucht, me realiserend dat ik wat ouder ben en wat meer hersteltijd nodig heb. Me realiserend dat de wereld de tijd nauwelijks heeft voor zo’n contemplatie. Wensend dat we stomweg wat aardiger zijn voor elkaar. Hopend dat ook drukke mensen een minuutje vinden om het eerder genoemde genot, wat er zomaar en plotseling is, zien en waarderen en er een moment bij stilstaan.

Een moment van contemplatie waarin de omgeving je bijna dwingt tot ontzag en waardigheid.

Rob Franse, 17 september 2021