75 Jaar ‘Ik-wil-ook’ politiek

Het begon met de Canadezen. En met Trees. Trees en haar vriendinnen vielen niet zo zeer op de Canadezen maar op datgeen wat de Canadezen konden leveren: Chocola, sigaretten, cola en dansavondjes. Welke jonge meid wilde dat nou niet?

Luisterde je naar deze lokroep, na 5 jaar ellende, of luisterde je naar de vrome en belerende praat welke jou vertelde vooral je eer te bewaren en die Canadees uit te nodigen in de warme familiekring?

Waren we vlak na de oorlog een samenleving die de wederopbouw wilde combineren met een betere wereld? Met meer saamhorigheid en gemeenschapszin?

Wanneer je dat aan terugkerende Joden of verschillende soorten mensen uit Nederlands-Indië had gevraagd dan denk ik zomaar dat velen hadden gezegd, of in ieder geval gedacht, het is hier ieder voor zich. En dat gold niet alleen voor die groepen.

Men wilde zo snel mogelijk weer normaal kunnen leven. Een plek om te wonen, anders dan bij je ouders inwonen. Normaal eten. Wat meubels. Een baan. Dat soort dingen.

Vanaf het moment dat het werkelijk wat beter met de economie ging (dank je wel aardgas!) wilden wij ook voor onszelf meer. Een heel menselijke reactie die ook nog eens versterkt werd door de ontkerkelijking. Geen pastoor of dominee meer die jou op zondag vertelde om toch vooral ook aan de gemeenschap (in meerdere opzichten) te denken.

De gouden jaren van de PvdA braken aan. Volgens mij niet zozeer omdat we allemaal zo socialistisch, laat staan sociaal, dachten maar omdat de PvdA ook de gewone mensen welvaart wilde geven in de vorm van pensioen, een sociaal vangnet, een huis en een auto. Werk bovendien wat vooral leuk was. De arbeider moest zich ‘ontplooien’ als individu. Als individu! Wie kon daar nou op tegen zijn?

Wat doet een individu wat zichzelf heeft kunnen ontplooien? Die inmiddels een zekere welvaart heeft? Die wil dat vooral niet kwijt! Die moet je niet aan het hoofd zeuren met multiculturele samenlevingen en saamhorigheid. Dat individu wil vrijheid en een overheid die zorgt dat zijn of haar welvaart en welzijn behouden blijft. Tsja, dan ga je al snel neo-liberaal denken. Zeker wanneer de leiders van die oude PvdA ook die kant optrekken.

En als het niet zo goed gelukt is met jouw persoonlijke welvaart? Dan kies je voor partijen die net als jij een beetje boos zijn. Je gaat op zoek naar schuldigen. Het laatste waar je in dat geval naar zoekt is een partij die pleit voor meer saamhorigheid en dat soort zaken. Eerst zelf een beetje welvaart.

Zo doordenkend is er eigenlijk niet zoveel verschil tussen Trees en haar vriendinnen, de arbeider van weleer, diegene die tegenwoordig z’n eigen welvaart probeert te behouden en diegene die het net niet gelukt is. Iedereen wil ‘ook’!

Daar staan we dan. Als individu en individueel. Op naar de 2e economische crisis in zo’n 10 jaar. Middenin een coronacrisis. In een duurzaamheidsuitdaging. In een discriminatie debat. Best belangrijk, zo zullen de meesten van ons denken en waarschijnlijk denken we dat oprecht ook.

Er is echter iets wat, vaak onbewust, een nog veel grotere rol speelt. Zeker wanneer we het zonder dominee of pastoor moeten doen. Die echt grote rol wordt gespeeld door ‘verleiding’.

Veel succes dus, met het zoeken van de balans tussen individuele verleiding en het belang van saamhorigheid.

Rob Franse, 25 juni 2020

Leukere en prettigere mensen dankzij corona beperkingen

Zo gek is dat eigenlijk niet dat vele mensen leuker en prettiger zijn dan voorheen. Velen voelen zich beter en velen gedragen zich beter. Zou het iets te maken kunnen hebben met meer rust? Met meer nadenken? Meer lezen? Minder vrijheid nemen en je meer aan regels houden? Minder performance en meer jezelf zijn? Minder in files staan? Minder in het overvolle OV zitten (of staan)? Geen last meer hebben van kantoortuinen? Gewoon een avond of een heel weekend thuis kunnen blijven in plaats van vele verplichtingen af moeten waarvoor je jezelf moet opdirken en waarvoor je gezellig moet doen? Met kleinere groepen mensen? Met dichter bij huis blijven? Met uitgebreider koken?

Ik ken vele leuke mensen. De meesten zijn vooral leuk wanneer ik ze spreek in een kleiner gezelschap. Wanneer ze niet al te veel rekening hoeven te houden met al die anderen. Zich minder hoeven te profileren. De rust hebben om aandacht te geven. Hun telefoon weggelegd hebben.

Wát een zegeningen.

Waar ik vooral benieuwd naar ben is wat er op dit gebied blijvend zal veranderen wanneer alle beperkingen opgeheven worden. Blijven we ook dan wat vaker thuis? Zeggen we tegen vele uitnodigingen ‘nee, dankjewel’, dat is mij te druk? Of ‘de reis is me te ver en te duur’? Of gewoon ‘geen behoefte aan’?

Ik weet zeker dat een aantal lezers zal zeggen dat ik een wat al te introverte thuiszitter ben. Onaardig misschien wel. Dat het toch leuk is om feestjes te hebben. Dat het toch heerlijk is om zorgeloos zonder regels te leven. Lang leve de drukte, de gezelligheid, het je opdirken, je performen, en veel mensen spreken.

Maar toch.

Was het zo langzamerhand niet erg overdreven? Was het niet zo dat je bij voorbaat werd uitgemaakt voor ongezellige nerd? Werd je niet heel raar gevonden wanneer je niet drie maal per jaar op vakantie ging? Je niet ik weet niet wat voor foto’s deelde van al die geweldige plekken en gelegenheden waar je was? En met wie allemaal?

Was het niet bijna dwang?

Ja, soms wel. Wie herinnerd zich niet die collega die iets leuks organiseerde op het werk waaraan iedereen mee moest doen. Die jou probeerde te motiveren met ‘doe niet zo flauw, zet nu gewoon dat hoedje op en zing mee’?

Misschien zou dat wel een heel mooie winst kunnen zijn van deze nare periode. We vinden het voortaan niet meer erg als mensen niet mee willen doen. We respecteren het dat iemand graag zou zien dat iedereen mee doet maar we respecteren ook die mensen die dat liever niet doen. Waarmee die laatste groep niet de groep ongezellige grijze muizen is. En waarbij die eerste groep niet die groep overdreven feestvierders is.

We zijn verschillend.

En verschillend zijn is vooral mooi wanneer je dat van elkaar mag. Wanneer de vrijheid van de een niet de vrijheid van de ander beperkt.

Doordenkend zou dit een mooie inleiding kunnen zijn om eens anders naar ‘discriminatie’ te kijken.

Rob Franse, 19 juni 2020