In de steek gelaten!

Maar gelukkig hebben we nog ome Jan! Hoewel….. Jaren geleden, ik werkte nog voor dé bank en we hadden nog geen participatiemaatschappij, voorspelde ik naar aanleiding van de digitalisering in combinatie met veel minder adviseurs die face-to-face in een kantoor te bezoeken zijn, een steeds belangrijker wordende rol van ome Jan!

Ik heb me vergist. Helaas. De digitalisering heeft inmiddels zulke vormen aangenomen dat ome Jan ook niet meer kan helpen. En dat, lieve lezers, is ernstig! Nee, niet voor jou. Alleen al het feit dat je dit artikel leest betekent dat jij jouw weg nog wel weet te vinden. Neem ik even aan…. Maar steeds meer mensen weten de weg níet meer te vinden in het oerwoud van websites met FAQs. Websites en FAQs (Frequently asked questions) doen me steeds meer denken aan een sneldichter van decennia geleden die op de bühne riep ‘roept u maar’. Maar wat er ook geroepen werd, hij reageerde steevast met ‘hoorde ik daar Ajax?’. En daar ging ie. Jouw onderwerp zou niet aan bod komen.

Precies dat probleem ervaren velen van ons bij vele instanties, ook en misschien wel vooral bij (semi-)overheidsinstellingen. We krijgen niemand te pakken die ons écht kan helpen. En ik vermoed zomaar, op goede gronden, dat die mensen die echt zouden kunnen helpen er niet meer zijn! En dan loopt ook ome Jan vast.

Zo zijn niet alleen vele minder vaardige mensen (laaggeletterden, lager opgeleiden maar ook vele ouderen die het niet meer bijbenen) dolende, maar ook alle ome Jannen (ome Jan staat voor de alleswetende en alles oplossende oom die vroeger in elke familie rondliep).

Was het ooit anders? Nou en of! Tot zo’n 10 jaar geleden had bijna ieder bedrijf en iedere instantie voldoende deskundigen. En de betere adviseurs/verkopers/service medewerkers wisten die deskundigen feilloos te vinden! Toen kon ome Jan jou dus ook helpen!

 

In snel toenemende mate worden we in de steek gelaten. Dat is bijzonder ernstig. Steeds vaker zie ik vooral vrijwilligers proberen om deze lacune op te vullen. Dat is mooi, maar het zal ook hen niet lukken wanneer bedrijven en instanties geen ervaren (!) deskundigen meer hebben.

Want laat ik daar heel duidelijk over zijn: Deskundigheid heeft (ook) heel veel te maken met ervaring. Met weten waar je wat en wie hoe vindt. Hoe je ‘dingetjes’ oplost. Denk daarbij als voorbeeld aan het personeel van de oude bejaardentehuizen. Ze kenden de bewoners, hun collega’s, het gebouw en de regels. Kortom: Ze kenden de weg!

Ik weet dat er zeer veel mensen zijn die graag de hulp in zouden roepen van een vertrouwde ome Jan. Of van een onafhankelijke die zich gedraagt als een ome Jan. Het is een rol die ik graag op me zou nemen; als vrijwilliger, als coördinator van vrijwilligers of als zelfstandige. Maar helaas: Ik ben er van overtuigd dat ook ik zal vastlopen op het simpele feit dat ik de (ervaren) deskundigen niet kan vinden. Simpelweg omdat ze er al te vaak niet (meer) zijn! En dat is triest voor ons allemaal!

Hoe nu verder? Ik kom niet verder dan, de les trekkende uit het laatste decennium, dat we héél zuinig moeten zijn op datgene wat we hebben opgebouwd. En op diegenen die dat vertegenwoordigen.

Dus ja, vernieuwen. Prima! Maar dat betekent niet dat je al het oude zomaar kan weggooien!!!!

 

Nog één vragen aan jullie, lezers: Hoe zou ik toch m’n ome Jan rol kunnen invullen?

Ik hoor heel graag.

 

Rob Franse, 27 februari 2019

Wij redden de Aarde! Door onze opofferingsgezindheid.

Want opofferingsgezind zijn we. We offeren onze jeugd op om naar school te gaan om vervolgens een baan -bij voorkeur in loondienst- te nemen, in plaats van eindeloos te genieten van de natuur en onze vriendschappen. We zijn bereid om dagelijks in eindeloze files te staan en onder vreselijke managers te werken ten einde dat o zo belangrijke werk voor elkaar te krijgen. Velen zijn zelfs bereid, ondanks de vervloeking ‘ik wens je veel personeel toe’, om de leiding te nemen en moeilijke beslissingen te nemen.

Met zulke opofferingsgezindheid moeten we de Aarde wel kunnen redden. Sommigen zijn zelfs zo opofferingsgezind dat ze zelf aan kinderen beginnen of lid worden van milieu organisaties. Daarnaast is er zo belachelijk veel kennis en geld in deze wereld dat er van die kant ook geen enkele belemmering kan zijn. Tel de combinatie van kennis, geld, de bereidheid om leiding te geven op bij het feit dat we eigenlijk kuddedieren zijn en het kan niet anders dan dat we de Aarde samen gaan redden van welke dreiging dan ook.

Bovendien worden wij mensen vooral gedreven door de prehistorische maar nog altijd in onze hersens aanwezige primaire drijfveren angst, hebzucht en gemakzucht. Die angst is heel nuttig om ons te realiseren dat we maar één Aarde hebben die we natuurlijk niet kunnen uitputten, vervuilen of over bevolken. Ook is die angst heel nuttig om de dreiging van ‘anderen’ te onderkennen en tegen te gaan; niemand wil immers bevochten worden door groepen mensen die het zo veel slechter hebben dan wij dat ze onze rijkdom komen opzoeken of ophalen. Hebzucht helpt enorm om te behouden wat je hebt en dat uit te bouwen. En wat wil je nou liever hebben dan een mooie schone Aarde voor jou, jouw kinderen en jouw vrienden? Wat wil je liever voor alle anderen, waar ook ter wereld, dan prettig en in vrede kunnen leven? Dus in een zekere gelijkwaardigheid aan anderen maar wel zo veel als mogelijk volgens de manier die hen past? Onze gemakzucht zorgt er daarnaast voor dat we lekker veel thuis blijven en niet altijd maar reizen. Het geeft een weldadige rust en het scheelt zo veel drukte en vervuiling.

Kortom: Er is geen kwaliteit die we missen om onze Aarde te redden en wellicht zelfs mooier te maken.

En stel nou eens dat we die kwaliteiten als hebzucht, leiding willen geven, kuddegedrag, kennis en geld/welvaart net een beetje ‘te veel’ gebruiken. Of misschien net niet helemaal voor de beste doelen inzetten. Dan kun je, wetende met hoe belachelijk veel mensen we op deze Aarde zijn, nog altijd terugvallen op de kennis van de laatste miljarden jaren. Kennis die ons vertelt dat bijna alle soorten levende wezens ontstaan en ook weer verdwijnen. En wanneer wij als mens verdwijnen dan kan de Aarde zich weer in alle rust herstellen. Tot er natuurlijk weer wat cellen evolueren tot iets wat lijkt op mensen.

Zo opofferingsgezind zijn we nou. We offeren desnoods onszelf op. Maar dat zullen maar heel weinigen in de gaten hebben. We kijken namelijk liever de andere kant op terwijl we bezig zijn met directe zelfbevrediging in vele vormen.
Dat is ook een kwaliteit: De andere kant op kijken, je amuseren en niets in de gaten hebben. Misschien niet eens de slechtste manier om je op te offeren en ten onder te gaan als mensheid en daarmee de Aarde te redden.

Rob Franse, 19-2-2019