Wat krijgen we idioot veel pensioen!

Jij vindt van niet? Zal ik jou eens vertellen waarom ik vind van wel?

Stel: Je werkt van je 25e tot je 65e. Dat is 40 jaar. Vervolgens wordt je 85. Dat is dus 20 jaar leven zonder werken en (dus) zonder inkomen. En stel nu eens dat je een pensioen wilt hebben van 2000 schelpen per maand.  Dat betekent dus 20 x 12 x 2000 = 480.000 schelpen. Om die 480.000 schelpen in 40 jaar bij elkaar te krijgen moet je dus per maand 480.000 : 40 : 12 = 1000 schelpen opzij leggen. Nu heb je tijdens je werkzame leven natuurlijk wat meer geld nodig dan wanneer je met pensioen bent. Laten we zeggen 50% van 2000 er bovenop maakt 3000. Plus natuurlijk die 1000 die je iedere maand wegzet voor je pensioen; dat maakt al 4000.

Andersom: Ik verdien 40 jaar lang 4000 schelpen per maand en daarvan leg ik iedere maand 1000 schelpen opzij. Dat is 25% van mijn verdienste. Daarvoor krijg ik een pensioen van 2000 schelpen. Dat is dus 50% van wat ik verdiende en 67% van wat ik verdiende na aftrek van mijn pensioenpremie.

Nu moet je weten dat de gemiddelde pensioenpremie in Nederland 15-20% is. Aanzienlijk minder dan die 25% die ik hierboven noemde. En voor die 15-20% krijg ik als alles goed gaat inderdaad ca. 67%, maar dan wel levenslang! Ook als ik 100 word. Dat klinkt als een goeie deal!

 

Ik hoor je al roepen: Ja maar ik krijg toch ook rente? Of beleggingsrendement? En ik heb toch ook belastingvoordeel? Jazeker, roep ik dan terug, maar je hebt ook nog zo iets als inflatie. En risico.

Maar goed, je hebt gelijk hoor. Rente, beleggingsrendement en belastingvoordeel wegen meestal wel op tegen de inflatie en de risico’s. Meestal……….

 

Maar wanneer de rente heel lang zo laag blijft als nu? En de beleggingsrendementen langdurig tegenvallen? Bijvoorbeeld door 40% koerscorrectie? Of door een tegenvallende economie? En de inflatie toch een beetje doorzet?

Ja, maar dat gaat niet gebeuren! Ik hoor het je zeggen.

Maar toch, kijkend naar de laatste paar jaar en kijkend naar de actuele situatie, vraag je je af hoe we weer “terug” kunnen gaan naar “normaal”. Wat dat dan ook is………. En wanneer.

 

En zo kom ik tot de conclusie dat we héél blij moeten zijn met ons huidige pensioenstelsel. En met de pensioenfondsen. En met de hoogte van de pensioenen.

Maar ja, tot een paar jaar geleden zag het er allemaal zo buitengewoon rooskleurig uit. En teruggang, zeker gekoppeld aan onzekere toekomstverwachtingen, is niet prettig.

 

Heb ik je bezorgd gemaakt? Zo ja, dan denk je verkeerd (ha ha). Je zou moed moeten putten uit het feit dat de pensioenen nog steeds (zoals hiervoor beschreven) geweldig goed zijn. En dat overheid en pensioenfondsen er alles aan doen om dit ook naar de toekomst te borgen. En ja, dat is zó ingewikkeld, dat je niet mág verwachten dat hier morgen een oplossing voor is.

Maak je je nog steeds zorgen? Dan heb ik hieronder een aantal relativerende zaken opgeschreven alsmede een paar, soms vergezochte, alternatieven:

  • We leven nog steeds in vrede en in welvaart. Vergelijk dat eens met de periode 1914-1950 (of nog veel langer geleden; de tijd van de armenhuizen)
  • Ons bezit, in spullen en geld, is nog steeds geweldig (maar misschien is de verdeling toe aan een stukje herbezinning)
  • Zet de tering naar de nering. Bezoek de site van de vrekkenclub
  • Zorg voor een leuke bijverdienste vanaf je pensioendatum (wat natuurlijk ook kan in natura of via ruilhandel)
  • Realiseer je dat een aantal heel prettige zaken gratis is (althans in geld). Zo zijn daar de lach, de relatie(s), de zon en natuurlijk seks

En, als laatste: Hoop doet leven. Zorgen doen dat niet.

 

Ik kijk naar mijn bijna lege bierflesje en probeer me voor te stellen dat deze half vol is. Ik realiseer me dat ik daar nog hard op moet oefenen. Tot die tijd is de oplossing gelegen tussen het lege bierflesje wegzetten en een nieuw en vol flesje pakken. Tsja…..

 

Rob Franse, 15 april 2016

 

 

 

Lieve juf Fatima uit ’t Gooi

Ooit werkte ik samen met een zeer gelovige Christen en een overtuigde Jood. De zeer Christelijke dame heeft me ooit aangesproken op mijn vloeken. Ik heb haar aangehoord en sindsdien heb ik, in ieder geval in haar nabijheid, nooit meer gevloekt. Rond het overlijden van haar moeder heeft ze meer over haar geloof verteld. Indrukwekkend. Veel respect van mijn kant. De Joodse collega heeft mij meer geleerd over Jood zijn dan ik uit mijn geschiedenislessen ooit heb geleerd. Zonder dat hij ooit iets vertelde over vervolging of discriminatie. Met respect.

De Christelijke dame heb ik nooit gezien met een kruis of welke uiting van haar geloof dan ook. De Joodse collega heb ik nooit gezien met een keppeltje op (ofschoon ik wist dat deze in zijn bureaulade lag). Zelf heb ik, als niet kerkelijke, mijn haar pas laten groeien (en uiteindelijk in een staart gebonden), op het moment dat ik geen direct klant contact meer had.

We hadden en hebben veel respect voor elkaar. En voor elkaars geloof of ongeloof. Toch meenden wij dat pas te tonen wanneer de ander daar om vroeg. Niet eerder. Niet aan collega’s, laat staan aan klanten. Het respect voor elkaar is alleen maar gegroeid.

 

Ooit ben ik schoolbestuurder geweest. Op een montessori basisschool. Ik probeer me nu, 20 jaar later, te verplaatsen in de schoolbestuurders uit ’t Gooi. Ik geloof dat ik u, wanneer u bij mij was gekomen met uw voornemen, bovenstaand praktijkverhaal had verteld….

Ik had u bovendien de vraag gesteld die ik mezelf altijd stelde in klantcontact: “Kan ik me zo kleden? Zo kappen?”. Ik ging zo ver dat ik mijn kostuum en das aanpaste aan mij klanten van die dag. Wellicht wat overdreven, maar toch. Ik vond die klant belangrijker dan mijzelf.

 

Ik zal de laatste zijn om te beweren dat u fout bent. Wie ben ik. Wat is mijn waarheid waard. Wat is mijn waarheid meer waard dan de uwe. Ik zou u aanspreken op het docent zijn en de vraag stellen hoe belangrijk neutrale uitingen, op welke manier dan ook, in deze tijd naar jonge kinderen zijn.. …….

Ik wens u dan ook het vermogen toe om over uw eigen schaduw heen te springen. Met alle respect voor uw geloof. En met alle respect voor de kinderen in de klas wiens schaduwen nog voor hen liggen.

Leven is dansen met omstandigheden. Leven is leven en laten leven. Opvoeden gaat om liefde en aandacht met kracht. Daarbij kunnen uitingen in uiterlijk of gedrag die kracht vaak meer afbreuk doen dan dat deze toevoegingen kan doen aan die kracht.

Ik wens u dan ook veel kracht toe. Want kracht is iets moois. Kracht is iets wat kan verbínden.

 

Rob Franse, 12 april 2016